nicovanparys.reismee.nl

Arbeiten

Hallo,

Long time no see, I know. Ik zit dan ook in het hol van Pluto, in Huonville meerbepaald, nog steeds op Tasmanie maar nu om te werken.

Vooreerst wil ik iedereen een gelukkig nieuwjaar wensen. Dromen mag en hopelijk komen ze dit jaar ook uit voor iedereen. Ik heb alvast toch een paar dingen die ik wil doen dit jaar!

Ik kwam naar deze fruitpluk om kersen te plukken, omdat dat blijkbaar een goedbetaalde job zou zijn (tot 250 euro per dag), maar niks is minder waar. In plaats van kersen plukte ik aardbeien. En dat is echt de hel: heel zwaar werk, gans de tijd gehurkt zitten om te plukken en enorm belastend voor de rug. Daarnaast levert het ook echt niet veel op: 5 dollar per krat. De eerste dag had ik 7 kratten in 6u! Ongeveer 5 euro per uur, echt peanuts! De dagen daarop ging het al wat beter en had ik een dag van 110 euro.

We werken telkens van 6u 's morgens tot 12u, 13u, afhankelijk van wanneer we klaar zijn. Iedereen gaat zijn lijn af op zoek naar aardbeien en dit veld per veld en farm per farm. Het is soms een echte competitie aangezien je betaalt wordt voor hetgeen je plukt, en niet per uur zoals het in Belgenland zo eenvoudig is. Het is de eerlijkste manier, maar het blijft toch ontzettend zwaar.

Omdat we enkel in de voormiddag werken - wat meer dan genoeg is voor je rug - ging ik samen met Chris, nen Deutsch, in de namiddag op zoek naar extra werk. We deden alle farms in de omgeving en vroegen overal of ze nog iemand extra konden gebruiken. We vroegen zelfs aan enkele locals op straat of we geen werkje bij hen konden doen, in hun tuin werken ofzo.

Op het einde van de dag gingen we naar het visitor information centre, eveneens voor werk. We kwamen daar niet buiten met een bijkomende job, maar ze wist ons wel te tippen voor een goedkopere en betere slaapplaats, in een share house.

's Avonds gingen we naar de mevrouw die eigendom is van een paar share houses en toen wwe daar toekwamen wisten we niet wat ons overkwam. Er was een BBQ aan de gang en Jenine, zo noemt de huisvrouw, zei direct dat we een bord moesten nemen en onszelf bedienen. Heel vreemd om dit onmiddellijk te doen in een huis waar je niks of niemand kent, maar wel een heel toffe avond. We speelden daarna nog cricket in de tuin met de andere backpackers van haar share houses.

Eerst sliep ik 3 nachten in een dorm van het hostel, maar daarna trok ik met Chris naar een minibusje van het hostel, omdat dit goedkoper is. Bijgevolg slapen we nu samen in op een matras in een van, waar we ook onze bagage moeten inzetten. Allemaal wat krap, maar wel fun.

Met Chris kan ik het heel goed vinden, hij is een beetje hetzelfde type als mij: Ook een ingenieur en bereid om elke dag keihard te werken voor het geld. We trekken dan ook heel veel met elkaar op.

Met kerstavond werden we door Jenine opnieuw uitgenodigd. In het plaatselijke Cygnet is het een jaarlijkse traditie om een cityparade te doen en wij waren ook van de partij. Eerst versierden we een truck met slingers en ballonnen en met ons kerstmuts op trokken we door de straten, waar heel veel volk ons kwam toejuichen.

Op het einde van de cityparade geraakte ik aan de praat met een Brit. Op het achterste van zijn fiets ging een bordje: "UK 2 NZ". Ik vroeg hem voor de grap of hij een taxi was, maar bleek dat hij in zijn eentje op een doodgewone fiets van Groot-Brittanie tot hier gefietst was, 20 000 km in totaal al, hallo kroket!

Op onze weg naar huis hebben we dan een walibi doodgereden, was dat even verschieten. Het was tussen donker en klaar en dan is het net heel gevaarlijk voor wilde beesten. Plots, vanuit het niks, kwam er een walibi uit de grasberm de straat opgesprongen, vlak voor onze auto. Onmogelijk om hem te ontwijken natuurlijk en morsdood. Dat voelde toch niet zo comfortabel. Walibi's komen naar het licht toe en dat is natuurlijk aartsgevaarlijk. Daarom verkiezen de Australiers liever niet om te rijden bij schemerlicht of in het donker.

Maar elke dag, wanneer we naar de farm rijden, zien we tientallen dode walibi's op straat liggen en is het soms slingeren om hen te ontwijken.

Met kerstdag en boxing day hadden we twee dagen vrij. Met de andere werkers van het share house deden we een BBQ op een zelfgemaakte BBQ, het is eens wat anders om Kerstmis te vieren. Een paar bakstenen stapelen, kippenhaas als rooster, en hout als warmtebron: Meer moet dat niet zijn. Daarna gingen we naar het lokale strand om oesters te verzamelen. Er liggen er ontzettend veel en bovendien nog eens helegrote ook. We openden ze en speelden ze vlotjes naar binnen.

Hoewel het Kerstmis was, had niemand onder de backpackers een echt kerstgevoel. Het is hier nog altijd 20 graden en er wordt elke dag gewerkt, maar een echte kerstsfeer hing er hier niet.

Op boxing day liften we dan naar enkelewatervallen,30 km verderop.6 auto's en 50 minuten later stonden we daar. Opnieuw heel simpelen nergens moesten we meer dan 5 minuten wachten.

Het terugkeren was een ander paar mouwen. We stonden op een godsverloren plaats enmoestenheel wat langerwachten, maar uiteindelijk geraakten wetoch terug. Bijna elke dag lift ik hier, naar de winkel, naar het centrum... Het is echt poepsimpel en de goedkoopste oplossing om ergens te geraken.

Hoewelweelke namiddag vrij zijn, weten we toch altijd wel wat gedaan. Er is hier altijd iets te doen en je's ochtends weet je nooit wat jete wachten staat: Altijd heel onverwachte wendingen en elke dag avontuur, dat houdt het spannend! Ik begin ook wat te experimenteren op het vlak van koken en probeer nieuwe dingen uit. Zo maakte ik met Chris pannenkoeken, iets wat ik van zijn leven nog gedaan had. Het lukte vlotjes, het is heel simpel encheap. Het recept (2 eieren, 200 gram bloem en 1/2 liter melk) kende ik nog van buiten. Silke had het mij in Canada verteld, en ik ben het nog niet vergeten.

De aardbeien zijn frustrerend en echt iedereen is aan het wachten op de kersen. Op een dag zagen we vanuit het hostel een helikopter heel laag vliegen, vlak boven een veld kersenbomen. Wij hadden totaal geen idee wat er gaande was, maar het was ongelooflijk! Denk hier maar eens over na, wat het verband is tussen de helikopter en de kersenbomen. Je kan het zo gek niet bedenken!

Mijn verjaardag, de 28ste,was business as usual. 5u opstaan en werken van 6-12. Daarna ging ik met Chris naar Hobart. En dat deden we uiteraard door te liften! Hobart is 40 km verderop en binnen 1,5u stonden we daar, in 2 auto's.

We waren net op tijd voor de wereldbekende Sydney-Hobart sail race, waarschijnlijk de bekendste zeilrace ter wereld. Net op het moment dat wij toekwamen, kwam de winnaar, een Australier, toe. Hij won voor de 8ste keer, een record, met 30 min voorsprong op een Amerikaan. Duizenden mensen stonden hen op te wachten en wij waren er bij! Een dik feest was het daar.

Met oudejaar werd er overdag opnieuw gewerkt en 's avonds deden we opnieuw een BBQ met de mensen van het share house. Het werd sober gehouden want iedereen was doodop van het werken. Tegen 1u30 lagen we dan ook in ons nest. In tegenstelling tot Sydney en dergelijke was er hier niks van vuurwerk te bespeuren. Ik was graag naar Hobart geweest om te vieren, maar dat zat er niet in.

De volgende dag, op nieuwjaarsdag, moest er immers opnieuw gewerkt worden. Kersen, eindelijk! Maar niet de verhoopte pluk, maar het sorteren ervan volgens kwaliteit. Ik dacht dat aardbeien plukken saai was, maar dat is toch nog een ander paar mouwen. Elke kers die passeerde moest gecontroleerd worden of hij een stengel had en of hij niet beschadigd was, en dit 7u aan een stuk, bokkesaai. Jouw loon wordt bepaalt door het aantal kg's dat je controleert en de kwaliteit van jouw controle/sortering. Ze zijn daarin heel streng en normaal moet je een kwaliteit van 95% halen in jouw sorteren, maar niemand haalde dat. Wij haalden 91% en dat leverde ons 60 dollar op, voor 7u werk!

's Avonds kregen we dan wel goed nieuws. De volgende dag zouden we kersen kunnen plukken, Ktching!

Deze morgen deden we dat dan ook en in 4u haalden ik bijna 80 dollar binnen. Veel, maar nog niet superveel voor kersen. Dus het zal hopelijk nog toenemen.

Antwoord op de helikoptervraag: De wind van de helikopter wordt gebruikt om het water op de kersen te verwijderen en ze te drogen. Kersen hebben warmte nodig en absoluut geen water omdat deze de kersenvernietigen. En deze farmer wil per se de een van de eersten zijn om zijn kersen op de markt te brengen. Zo zou hij tot 8x de doorsnee prijs kunnen krijgen.

Kostprijs van de helikopter: 1600 dollar per uur. Omgerekend +/- 1100 euro per uur.

's Ochtends had het geregend - waardoor de kersen nat waren - en over de middag vloog de helikopter boven de bomen om deze te drogen, wetende dat het 's namiddags opnieuw zou regenen. Bijgevolg moest hij dus 's avonds nog eens uitrukken. Om maar te zeggen wat voor een business fruitpluk hier is.

Overland Track en Tassie

Hi,

Bij mijn aankomst in Launceston, in Tassie, werd ik opgewacht door Geoff, de man die ik in Syndney ontmoette, weet je nog?

Nadat ik hem ontmoette heeft hij mij geholpen bij de inschrijving van de Overland Track, een zesdaagse trektocht. Ik schreef mij hiervoor een maand op voorhand in, wat al heel nipt is. Per dag mogen er slechts 34 mensen starten en alle dagen erna in december en januari waren toen al volboekt. De eerste vrije dag was 12 december, vandaar dat ik op het laatste van de oostkust alles snel snel moest doen, want mijn vlucht was reeds de 11e.

De Overland Track zou tot de top 10 van mooiste trektochten ter wereld behoren. De trektocht gaat van Cradle Mountain tot Lake St. Clair over 80 km. Tijdens deze tocht ben je verplicht alles mee te zeulen, dat wil zeggen: eten voor de ganse periode, kleren, slaapzak, je afval, een tent, etc.

Aan elke post zijn er hutten, maar het is niet gegarandeerd dat er bedden beschikbaar zijn. Vandaar datiedereen verplicht isom een tent mee te zeulen.

Samen met Geoff gingen we naar een kampeerwinkel waar ik een tent, kookmateriaal en brandalcohol huurde. Daarna gingen we voedsel kopen voor de ganse periode.

Geoff leeft op een farm enkele kilometers buiten Launceston. Hij heeft er koeien, schapen, kippen en kweekt zijn eigen groenten, zalig toch.

's Avonds bereidde hij een avondmaal voor mij terwijl ik mijn rugzak aan het pakken was voor daags nadien en ik bleef bij hem overnachten. Mijn trekzak woog 25kg om mee te starten, wat veel is. Mijn kleren en ander gerief die ik niet dacht nodig hebben tijdens de tocht mocht ik in zijn huis achterlaten, anders zou deze tocht voor mij onmogelijk geweest zijn.

Twee dagen voor ik naar Tassie vloog, ben ik nog snel een paar wandelschoenen gaan kopen in Cairns, want mijn vorige waren helemaal kapot van tijdens mijn wandelingen in de Blue Mountains.

De volgende ochtend stond mijn ontbijt en vervolgens bracht hij mij naar de start. Hij wandelde een halve dag met me mee en daarna was ik op mijn eigen aangewezen.

Kort nadat hij weg was stapte ik van de route voor een side walk naar Cradle Mountain. Een berg die meer klimmen en klauteren was dan wandelen. Mijn trekzak had ik aan de voet gedropt, want deze meenemen op de berg is gewoonweg onmogelijk.

Toen ik bijna op de top was, passeerde ik een andere duo dat al aan het dalen was. Ik hoorde ze Nederlands praten en sprak ze aan. Wat volgde was niet normaal:

Het meisje vroeg me: "Ben jij toevallig een badmintonspeler? Ik denk dat ik jou stem herken"

Ik zeg: "Ja, dat klopt"

Net op het moment dat ik dat zeg neemt zij haar bril af en herken ik haar: "AMY!' roep ik. Ik zet mijn bril ook af en dan herkent zij mij ook. Met Amy ben ik, ik denk, 7 jaar geleden nog op badmintonkamp geweest in het Kluisbos.

Zij deed samen met nog 2 andere gasten, 2 doctoraatstudenten chemie aan de KU Leuven, ook de Overland Track. Net op dezelfde dag zijn zij 1 van die 33 andere deelnemers. En dan kom ik hen tegen op een sidewalk van de normale route. Kan het nog toevalliger zijn...

Eenmaal terug beneden wachten ze mij op en wandelen we samen verder tot aan de eerste hut: Waterfall Valley. Daar aangekomen zien we dat er nog plaatsen in de hut vrij zijn en dat we onze eigen tent dus niet hoeven op te zetten. Chance!

's Avonds kookt ieder zijn eigenpotje en tegen 21u ligt iedereen plat. In de hut is er niks van elektriciteit, dus geen verlichting en alles is er heel basic.

De volgende dagen trek ik samen met hen verder en maken we heel wat side walks met o.a. Mount Bluff, Old Pelion Hut, Lake Will en Mount Ossa. Mount Ossa is met 1 617m het hoogste punt van Tasmanie. Ik stond er letterlijk op de hoogste rotsblok van het eiland, zalig!

Het landschap is ook heel divers. De eerste dag was het vooral heuvelachtig, de tweede dag waren er veel open gebieden en de derde dag stapten we continu in een bos. De verdere dagen waren telkens een mengeling van vanalles, dus veel variatie.

Wanneer we toekwamen aan de hut doken we meestal in de rivier of het meer. Berekoud, echt iets voor ijsberen! Met dat we 6 dagen niet konden douchen, moesten we wel op deze manier wassen.

Overdag hadden we telkens goed weer, niet meer de 30 graden van in Australie, maar toch nog steeds 20 graden. 's Nachts koelde het wel een flink stuk af en was het koud. Mijn thermische slaapzak is daar normaal tegen bestand, maar doordat hij al 2 maanden opgevouwen zit in mijn trekrugzak is hij zijn textuur en bijgevolg zijn thermische isolatie kwijt. Ik sliep dan maar met mijn kleren aan en had het nog steeds niet warm. Daarnaast had ik ook geen slaapmatje mee. Ik dacht wel 6 nachten te kunnen overleven opeen hardere ondergrond, maar viel dat efkes tegen man! De slaapplaatsen bestonden uit houten planken waarop je je kon installeren, beenhard! Ik heb dus nooit echt deftig geslapen.

Uiteindelijk konden we op elke plaats in een hut slapen en hoefden we dus nooit onze tent op te zetten.

De dagen bestonden gemiddeld uit 7 uren wandelen, onverhard en met een zware rugzak die weliswaar lichter werd naarmate we verder kwamen. Tot aan Lake St. Clair worden er 6 dagen gerekend. Daarna kan je nog een extra dagwandelen (17,5 km) langs het meer om aan de finish te geraken, maar de meeste mensen nemen daar de ferry. Niet voor ons: wij bleven wandelen.

Dit betekent dat het 7 dagen zouden wandelen, maar uiteindelijk deden we het toch in 6 dagen, doordat we de vijfde dag 2 etappes deden.

Moe, maar voldaan bereikten we toch de finish en aten we onmiddellijk een stevige hamburger met frieten. Uiteindelijk stapten we alles samen 100 km en werd er heel wat gelachen met uitspraken:

Oooee peke (hoeveel keer dat de Seger dat niet gezegd heeft!)

Do you want to play a game

Kben choco

Na onze aankomst in het visitors centre van Lake St. Clair moesten we nog naar Hobart, 200 km verderop. We besloten te liften, 2 groepjes van 2. En dit ging heel vlotjes, easy peasy. In minder dan 3u stonden we in het centrum van Hobart.

We hadden 3 lifts nodig: Een koppel uit Queensland, een Ier en een Frans koppel. Nooit moesten we langer dan 2 minuten wachten.

Maar na de eerste lift gebeurde er iets heel stoms, doms, dwaas, hoe je het ook moet noemen. Ik ben nog altijd kwaad op mezelf als ik eraan terugdenk. Het gebeurde net als in een film. Toen onze eerste lift ons afzette en wegreed, besefte ik het meteen: mijn gsm lag nog op de achterbank. Ze waren echt net de hoek om. Later hoopte ik dat ze nog naar een nummer in mijn telefoonlijst zouden bellen, maar dat is dusniet gebeurd. Ik ben mijn gsm dus kwijt!

In Hobart bleef ik nog 2 dagen samen met Amy, Stijn en Seger, alvorens zij terugvlogen naar Melbourne. Ze zijn hier voor een trouw in Sydney, ergens in januari, en besloten om ondertussen 6 weken in Australie rond te trekken. Gelijk hebben ze!

Hobart is een heel kleine stad en in 1 dag ben je door het centrum. Ongelooflijk eigenlijk dat het de hoofdstad van Tasmanie is. Het telt 150 000 inwoners (In Tasmanie leven er 800 000 mensen). Het is qua grootte vergelijkbaar met Leuven, met een echt stadscentrum en daarbuiten veel suburbs.

Ze zijn hier aan de haven ook alles aan het voorbereiden voor de jaarlijkse Sydney to Hobart zeilrace, die op 26 december start in Sydney. Normaal komen ze de 28ste of 29ste aan in Hobart en dit gaat gepaard met een heel groot feest dat een volle week duurt.

Ondertussen ben ik aan het wachten op mijn bus richting Huonville, 40km van Hobart, waar ik vanaf morgen voor 3 weken aan de slag ga op een farm voor fruitpluk. Volgens verschillende bronnen heb ik gehoord dat je daar goed geld kan verdienen. Het was nog niet per se nodig, maar hier was de ideale plaats, dus pik ik dat maar mee.

Ze plukken heel veel soorten fruit, maar nu zou het het seizoen van de kersen zijn. En dat zou de beste/gemakkelijkste/efficientste fruit zijn om te plukken. We'll see!

Laatste dagen east coast

Hallokes,

Na mijn Whitsundays trip moest het allemaal snel gaan, want mijn vliegtuig richting Tasmanie was al geboekt. Ik moest dus keuzes maken wat ik wel en niet zou doen, en dit zo efficient mogelijk.

Van Airlie Beach nam ik 's avonds laat de bus richting Townsville. Ik verbleef er 1 nacht in een hostel en had er de goedkoopste kamer geboekt. En dat was er duidelijk aan te merken: Snikheet, want er was geen airco in die kamer en ook nog eens langs de straatkant waar langs de overkant van de straat een bar is. De muziek stond er heel luid want het was zaterdagavond.

Ondanks de weinige uren slaap, nam ik 's anderendaags de ferry richting Magnetic Island, Maggie voor de Australiers. Ik was op mijn sletsen en wou naar de andere kant van het eiland wandelen. Oh, wat heb ik mij dat beklaagd: halverwege mijn wandeling brak 1 van mijn slippers, waardoor hij ondraagbaar was geworden. Ik moest dus verder op blote voeten, want ik had geen ander schoeisel bij mij. Op de onverharde wandelpaden was dit nog enigszins doenbaar, maar op het asfalt was dit gewoonweg onmogelijk. Het asfalt was heel ruw en daarnaast nog eens ontzettend warm. Ik moest dus een lift zien te versieren.

Ik zette mij aan een buskotje en na een paar minuten passeerde het Deense meisje dat ik in Agnes Water had leren kennen. Ze had samen met enkele andere gasten een auto gehuurd: een Topless car of ne cabrio zoals ze bij ons zeggen. Oh wat was ik dankbaar dat ik met haar meekon en dat ze net op dat moment voorbij kwam gesneld.

Eenmaal aan de andere kant van het eiland kocht ik mij onmiddellijk een nieuw paar teenslippers. Daarna ging ik met hen naar een sanctuary, waar we allerlei dieren konden vasthouden.

's Avonds wandelde ik terug richting de ferry, maar op mijn weg terug werd ik aangesproken door een voorbijrijdende auto: "Do you want a lift". Ik zei eerst dat het niet nodig was, maar stapte uiteindelijk toch in. Bleek het wel geen Belgisch koppel te zijn zeker, samen met 2 Hollandse blondines - 2 zotte dozen -. Van toeval gesproken. Er zijn hier al niet veel Belgen in Australie en dan stopt er net een Belgisch koppel voor me.

Ik vergezelde hen en samen gingen we naar de zonsondergang gaan kijken. Daarna voerden ze me terug naar de ferryplaats. Daar nam ik de boot terug naar het vasteland, Townsville, om dan de nachtbus te nemen richting Cairns.

Om 5u30 in de morgen kwam ik aan in Cairns en een uur later vertrok ik al op tweedaagse naar Daintree Forest. Dat is een tropisch regenwoud, nog een eind boven Cairns en eveneens Aboriginalland.

Daar kwam ik opnieuw een Belg tegen. Hij was bijna op het einde van zijn 12 maanden durende trip en vertelde dat hij tussendoor nergens heeft hoeven te werken, toch niet officieel. Ik vroeg hem hoe hij dat gedaan heeft en hij vertelde mij dat hij alles gelift heeft en altijd bij gezinnen sliep (in ruil voor kleine karweitjes in de tuin en zo) of in zijn tent. Hij leefde dus heel basic en hoefde dus nooit geld uit te geven aan transport of overnachting. Ik zou het alvast niet kunnen voor zo lang!

Na 2 dagen in het regenwoud arriveerde ik 's avonds terug in Cairns, een party city. Ik verbleef in Gilligan's, het gekendste hostel van Cairns. Het wordt ook wel de G-spot genoemd, omdat er daar van alles te beleven valt: Een eigen nachtclub, zwembad, fitness, etc. 's Avonds ging ik uit, vergezeld door een ganse groep Britten. We speelden ondermeer bierpong en trokken daarna nog naar een club.

Daags nadien had ik mijn bungee jump. Met kleine oogjes vertrok ik ernaartoe. Ik keek eerst eens hoe anderen het deden, alvorens het mijn toer was. Pas als ik de trappen op ging, realiseerde ikmij wat er me te wachten stond.Het leek een oneindig lange weg langs de trappen, waar je ontzettend veel tijd had om na te denken. Niet gezond.

Eenmaal klaar prepareerden ze alles voor mijn sprong. Voor mij had ik een prachtiguitzicht op de oceaan, maar toen ik echt naar beneden keek - waar ik naartoe moest springen - blokkeerde ik volledig. Onder mij was eenvijver, maar die zag er vanop 50m hoogte maar heel klein uit. Ook deterrasstoeltjes enparasollen die daar benenden stonden, zagen er heel mini uit.

Na heel wat nadenken en talmen liet ik mij uiteindelijk toch naar beneden vallen, het was zelfs niet eens springen. Wat een ongelooflijk raar gevoel! Dag moeder! ik dacht dat ik doodging! Mijn handen gingen het water in, de rest niet. Je raakt dus als het ware de grond.

Na een vijftal keer op en neer bengelen, ondersteboven hangend,werd ik aan mijn voeten losgemaakt. Ikmoest toch nog efkes bekomen.

Al bij al ben ik blij dat ik het gedaan heb, ik weet nu wat het is. Als er nog een volgende keer komt, weet ik nu waar ik mij aan kan verwachten en zal ik misschien minder tijd nodig hebben. Hoewel, dat zeg ik nu, tot op het moment zelf.

Die avond vertrok ik alweer uit Cairns. Ik had bijlange nog niet alles gezien, maar de volgende ochtend moest ik al mijn vlucht hebben. Deze periode sinds Airlie Beach was dan ook maar enkele dagen, maar wel heel intens. In Cairns was het qua klimaat wel uitzonderlijk: Warm, maar vooral heel vochtig. 's Ochtends in de schaduw zittend, niks doend, begon je al spontaan te transpireren. Gewoon omdat het er zo vochtig is. Ik slaagde er zelfs niet in om mijn natte handdoek te drogen.

Mijn vlucht naar Launceston, met tussenstop in Melbourne, was om 6u30 in de morgen, dus had ik die nacht geen overnachting geboekt in een hostel, om dat het me niet de moeite leek.

Ik dacht om mij in de luchthaven te leggen, maar dat viel effen tegen. Wat ik niet wist, was dat de luchthaven sloot van middernacht tot 3u 's morgens. Ik moest mij dus buiten leggen op een bank, met al mijn bagage. Uiteindelijk viel dit nog wel mee, want 's nachts bleef het continu meer dan 20 graden.

Tijden het inchecken moest iedereen in een lange rij gaan staan en werd ieders handbagage elk op toer gewogen. Het gewicht mocht niet meer dan 7 kg wegen, dat wist ik van tevoren. Ik had wel niet gedacht dat ze dit effectief gingen controleren, nog nooit meegemaakt.

Op de vlucht zat ik - opnieuw heel toevallig - naast 2 Britse meisjes waar ik de avond voordien mee uitgegaan was. Zij gingen in Melbourne verblijven. Toen we in Melbourne aankwamen viel hun mond open van verbazing: regen en slechts 17 graden. Is this Melbourne, dachten ze.

Ik had ondertussen andere zorgen. Bij mijn overstap in Melbourne had ik normaal 1u50 tijd om over te stappen, maar de vlucht had 45 minuten vertraging. Geen probleem denk je dan, ware het niet dat ik eerst mijn bagage moest gaan ophalen alvorens opnieuw te kunnen inchecken voor mijn vlucht naar Tasmanie.

En het duurde een hele poos alvorens de bagage kwam. Ik had nog 15 minuten voor het boarden begon, en ik had nog niet eens mijn bagage, laat staan dat ik ingecheckt was. Ik rende dus bliksemsnel naar de incheckbalie en vertelde het probleem. Ik kreeg van hen nog 10 minuten om te wachten op mijn bagage en indien het niet op tijd toekwam, zouden ze het welmet de volgende vlucht meesturen. Maar daar was ik helemaar niet gerust in. Daags nadien begon ik namelijk al aan de zesdaagse Overland Track, een trektocht.

Op het laatste moment kwam mijn bagage dan toch en was ik net op tijd om in te checken. Uiteindelijk toch: eind goed, al goed!

Whitsunday Islands

Hallo,

Lang geleden inderdaad, ik weet het. Ondertussen is er weer heel wat gebeurd, zoals je zal lezen in dit en de volgende verhalen.

In Agnes Water leerde ik 2 Denen kennen, onafhankelijk van elkaar. Ze leerden mij het spel Backgammon. Ik weet dat we dat spel altijd thuis liggen hadden, maar zowel Elke als ik wisten aan geen kanten hoe het spel marcheerde. Nu weet ik het dus wel. In Denemarken schijnt het een heel populair spel te zijn.

's Avonds zetten we een stapje in de wereld in het nietige dorp 1770. Eerst dronken we 'Goon'. Eigenlijk noemt het niet zo, maar onder de backpackers en locals is het gekend onder deze naam. De echte naam ken ik zelfs niet. Eigenlijk is het een soort van witte wijn, gemaakt met de afval-/restproducten van de druiven. Het smaakt naar witte wijn, maar toch ook niet helemaal. Het is heel goedkoop (8 euro voor 4 liter) en waarschijnlijk daarom ook zo populair onder de backpackers. Daarna gingen we het dorp in. Er was welgeteld 1 bar. Verwonderd als we waren sloot die al om 1u. Daarna gingen we maar wat op het strand zitten

Ik verbleef 3 dagen in Agnes Water en deed er de Scooteroos, blijkbaar 1 van de top 5 attracties langs de oostkust waarbij je met een moto het binnenland intrekt.

Alvorens op pad te gaan, kon iedereen zijn moto gewend worden op een practice track. Voor velen was het de eerste keer op een moto, en dat was ook voor mij het geval. Maar ik was er snel mee weg en zo konden we de baan op.

Met de scooters reden we tot 80 km/u in 1 lange sliert van wel 30 brommers. Onderweg zagen we wilde kangoeroes en we sloten de avond af met een zonsondergang langs de oceaan.

Van 1770/Agnes Water ging het naar Rockhampton, een western town en gekend omwille van rodeo. Ik arriveerde er in het midden van de nacht en wist het hostel min of meer liggen. Toch slaagde ik er niet in om het te vinden. Dus moest ik het aan iemand weten te vragen, maar daar was geen kat te bespeuren op straat. Uiteindelijk kwam ik toch 2 vrouwen tegen die op het gemak een sigaretje zaten te roken voor de lokale carwash. Gelukkig waren zij er nog en dankzij hen vond ik mijn slaapplaats.

Daags nadien trok ik het dorp in, op zoek naar een rodeo arena. Uiteindelijk vond ik hem, maar op een doordeweekse maandag viel daar natuurlijk niks te beleven, enkel op woensdag en zaterdag. Ik had het eigenlijk wel moeten weten. Verder in dat dorp was er niet veel te zien, dus hield ik het er na 1 dag al voor bekeken, zonder ook maar 1 stier gezien te hebben.

Diezelfde avond trok ik dan opnieuw de nachtbus op richting Airlie Beach, de vertrekplaats van alle boten richting de Whitsunday Islands.

Ik trok met een groep voor 3 dagennaar de Whitsundays. Op onze boot waren we met 13-een relatief kleine boot -, waarvan er maar liefst 8 Duitsers waren. Niet geheel verrassend als je weet dat bijna 50% van de backpackers hier langs de oostkust de Duitse nationaliteit heeft.

In Duitsland is het een hype om na hun middelbaar voor 3 maanden naar Australie te reizen. Op die manier bezinnen ze zich wat ze verder willen studeren aan de unief, of welke richting ze uitwillen in hun leven.

Op de boot spraken de Duitsers constant Duits onderling. Zelfs als je naast hen zat, bleven die maar doordrammen in het Duits, plezant hoor! Er was er zelfs 1 bij die totaal geen Engels kon. Wat doe je dan in godsnaam in Australie???

Wanneer ik dan individueel met hen sprak - in het Engels - vertelden ze dat ze het ambetant vinden dat er hier zoveel landgenoten zijn. En dat ze op die manier hun Engels niet kunnen verbeteren. Maar5 minuten later, als ze weer in groep zijn, zijn ze weer weg in het Duits. Ja tarara!

Uiteindelijk was de Whitsundays toch een voltreffer. Het is samen met Fraser Island de topattractie langs de oostkust. We gingen aan land op Whiteheaven Beach, 1 van de witste stranden ter wereld. Het zand is er heel fijn en zuiver en wordt ondermeer gebruikt om glas van te maken, net omdat het zo puur is.

Mocht je erover denken om een staaltje mee te smokkelen op de luchthaven, ben je er aan voor de moeite. Naar het schijnt hangen er boetes tot 5000 dollar (3500 euro) boven je hoofd!

Verder snorkelden we ook een viertal keer langs de Great Barrier Reef, echt de moeite! We zagen vissen in alle vormen en kleuren en ook prachtige koralen overal op de bodem. We kwamen zelfs twee gigantische zeeschildpadden tegen. Het water is er dan ook ideaal voor: heel helder en nog eens warm ook.

's Avonds op de boot ging iedereen vroeg slapen, er viel dan ook niks te beleven eenmaal het donker was. Maar daar had ik nog niet meteen zin in. Het gaf mij de tijd om wat na te denken. Ik dacht ondermeer aan de periode waar ik mij exact 1 jaar geleden in bevond: helemaal alleen in het labo, zwaar aan het afzien met mijn thesis. Dagen van 12u waren geen uitzondering. Sukkelend op hoe dingen werkten en gefrustreerd geraken van andere problemen die zich voordeden, vroeg ik mij af of ik er ooit wel zou in slagen om tegen januari klaar te geraken. Uiteindelijk slaagde ik er toch in, en als je de situatie van toen vergelijkt, met waar ik me nu bevind: dag en nacht verschil!

Fraser Island

Hi folks,

We blijven verder noordwaarts reizen met tussendoor stops in Noosa, Rainbow Beach en 1770/Agnes Water.

In Noosa verbleef ik 3 nachten. De eerste avond wist ik niet wat mij overkwam, heel veel Hollanders in het hostel. Ik dacht dat ik mij in bocht 7 van Alpe d'Huez bevond.
Veel bijzonders was erandersin Noosa niet te beleven en 3 dagen waren meer dan genoeg daar. Ik deed de coastal track in het National Parc en spotte een groep van 8 dolfijnen.

Van daaruit trok ik verder naar Rainbow Beach waar we vanop een immense zandduin naar de zonsondergang gingen kijken. Ongelooflijk hoe snel dit allemaal gaat. Ik geloof dat in 5 minuten de zon verdwenen was.
Vlak daarvoor probeerden we van boven op een duin te sandboarden, wat je als een combinatie van snowboarden en rodelen kan beschouwen. Met je buik liggend op een board glijd je, hoofd eerst, de duin af. Leuk om eens gedaan te hebben en ook redelijk spannend, want pas van op de top van de duin zie je pas hoe stijl het werkelijk is.

Vanuit Rainbow Beach vertrok de 3-daagse trip naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Er waren 4 4x4's van telkens 8 personen, waar ieder om beurt mocht rijden. We reden continu over zand: op het strand en inland tracks.
Ikzelf deed een moeilijk stuk van een inland track met veel zacht zand en putten. Het eerste moment voelde wat raar aan, omdat de chauffeur rechts zit en pinkers en ruitenwissers ook omgewisseld zijn, maar dat wende snel. Een paar wagens kwamen vast te zitten in het zand en moesten uitgegraven en voortgeduwd worden. Onze jeep gelukkig niet.
Onderweg zwommen we in heel heldere meren en deden we een aantal wandelingen met mooie uitzichten. We zagen ondermeer dolfijnen, roggen en schildpadden.
Op het eiland leven ook dingo's - een mengeling van een hond, wolf en vos, die heel agressief kunnen zijn. Daarom moesten we altijd minstens in een groep van 4 blijven -, spinnen en 4 van de meest dodelijke en giftige slangen ter wereld. Ik heb enkel een dingo gezien en in het midden van de nacht ook een muis tussen de tenten.
We sliepen dus in tenten op Aboriginalgrond en per auto moest je ook je eigen potje koken.

Nadien sliep iedereen nog 1 nacht terug in Rainbow Beach en daags nadien vertrok ik naar 1770/Agnes Water voor 3 nachten. Dit is de laatste plaats langs de oostkust waar je kan zwemmen of surfen in de oceaan, omdat er nadien zoutwaterkrokodillen en veel kwallen rondzwemmen.

Ik mag nog altijd niet zwemmen om de ondertussen gekende reden, dus moet ik maar op andere manieren de tijd vedrijven. Tussen mijn Fraser trip en de Whitsundays zit 1 week, wat achteraf gezien wat veel is, zeker als ik niet mag surfen.
Dus heb ik maar de rest van mijn eastcoasttrip gepland: hostels, bussen en trips zijn geboekt tot en met Cairns. Vandaar vlieg ik dan naar Tasmanië.

Ondertussen zie ik ook dat Club Brugge het uitstekend doet. Da's goed, dan kan ik in mei naar de titelmatch gaan zien :D. Hopelijk krijgen ze straks nu niet op hun zak van de mauves.

Terwijl bij jullie het kwik steeds verder ineen krimpt, blijft het hier dagelijks 30 graden. Ideaal dus, het water van de oceaan zou zelfs 25(!) graden bedragen.

In Noosa heb ik, samen met een Belgisch koppel gequizt. 1 van de vragen was wat Noosa betekent volgens de Aboriginals. Uiteraard wist niemand dit, maar het zou 'schaduw' betekenen.

Bakken en braden

Nee, ik heb het niet over worsten of hamburgers. Ik zit ondertussen in Brisbane en het is hier poepheet. Niet dat de warmte drukkend is, maar het is hier gewoon de ganse dag zweten. Een koude douche haalt weinig uit en zelfs als je 's avonds, wanneer het toch al een beetje afgekoeld is, boven je warme bord aan het eten bent, loopt het zweet als een waterval van je gezicht. Het voelt nochtans niet veel warmer, maar ik vermoed dat het komt doordat we nu meer landinwaarts zitten, weg van de oceaan.
Het is de eerste locatie dat ik niet aan het water zit, maar hier is er dan de Brisbane river, die 2 jaar geleden, ook in november, nagenoeg de ganse stad inpalmde. Spannend! Zaterdag en zondag was het hier 40 graden. Ik heb er geen last van maar het is gewoon zweten en drinken.

Om nog eens terug te komen op mijn surfervaring in Byron Bay: het was al snel duidelijk dat ik geen talent was. Ik kan wel iets, maar daarmee is ook alles gezegd. De laatste avond werd afgesloten met een kampvuur op het strand, langs de oceaan. Samen met enkele Schotten en Aussies, een flesje wijn en de sterren, genoten we van dit zalige moment. Het leek of we er maar 1u gezeten hebben, maar het waren er 4. Tot 3u 's nachts. Awesome!

Maandag trok ik naar Surfers Paradise. Een dorp/stadje met 20 000 inwoners, maar ook met een bezoekersaantal van 20 000 per dag!
Hoewel de naam het laat uitschijnen, is deze plaats verre van een surfersparadijs. Je ziet er amper een paar surfers.
Dit stadje heeft wel een schitterende skyline langs de Gold Coast, met enkele reuzen, maar veel valt er niet te beleven. Toch niks dat je elders niet kunt doen.

Na 2 dagen vertrok ik daar, richting Brisbane, de hoofdstad van de staat Queensland, zoals Sydney dat is van New South Wales.
Ondertussen ben ik ook weer een uur jonger geworden, zoals de buschauffeur het zo mooi verwoordde: het uurverschil is opnieuw van 10 naar 9u gegaan, omdat we nu in Queensland zitten. Heel erg vreemd als je weet dat beide staten perfect boven elkaar liggen, maar soit.

Het was al pikdonker toen ik in deze metropool aankwam en op zoek mocht naar mn hostel. Altijd een spannend moment, want je weet niet waar je in de stad gedropt wordt en ik heb alleen maar het adres van mijn hostel. Na een half uurtje wandelen met alle bagage was ik toch terecht, een beetje buiten het centrum. Hier verblijf ik een week, want dit is echt een big city.

Toen ik aankwam viel meteen de enorme hoeveelheid politieagentenn op. Is dat allemaal voor mij?, dacht ik. The answer is: NO. Van vrijdag tot zondag was er hier de G20 top, met de belangrijkste wereldleiders. Ik heb precies de goede periode uitgekozen.
Echt overal in de stad zie je de blauwhemden: te voet, op de fiets, te paard, pick-ups, een helikopter. En ja, zelfs op de Brisbane river. Straten zijn afgezet en belangrijke gebouwen en hotels zijn afgeschermd met kogelwerende schermen. Voor toeristen als mij best vervelend. Je moet heel veel extra meters omwandelen en lang wachten.

Zo gingen we vrijdag naar het casino. Aan een kruispunt mocht ik samen met zo'n 300 mensen 50(!) minuten wachten, juist om de straat over te steken. Omdat er een paar staatshoofden moesten passeren. Niemand wist wanneer ze zouden komen en uiteindelijk lieten ze toch over, zonder dat er ook maar 1 wagen gepasseerd is!

Vrijdag zijn we naar een koala sactuary geweest (volgens hen het grootste ter wereld). Ik heb er koala's geknuffeld, kangoeroes gevoed en zelfs een 3m lange slang in mn nek mogen houden. Alweer een fantastische dag!

Zondag ben ik naar een cricket match gaan kijken in 'The Gabba'. Voor elke Australische cricketliefhebber een legendarishe plaats. Wat Mekka is voor de moslims, is The Gabba voor de cricketfreaks. Ik denk dat je het met dat zo wat kan vergelijken. Ik ken nul de botten van cricket, maar wou het toch eens gezien hebben en de sfeer opsnuiven. Het lijkt een beetje op honkbal, maar het is veel meer dan dat. Ik begrijp ondertussen een beetje hoe het spelletje werkt, maar verre van alles. De match wordt gespeeld over 4 dagen van telkens 6u, wat ik ook al bizar vindt.

's Namiddags relaxten en zwommen we aan een kunstmatige lagune met strand, vlak naast de Brisbane river in het hartje van Brisbane. 's Avonds BBQ'den we er met kangoeroevlees -in elk park in Australië vind je bbq's die iedereen gratis kan gebruiken- , om rond 21u opnieuw het water in te springen, want het water was nog steeds warm. Alweer een topavondje!

Maandag ben ik naar Australia Zoo geweest. Niet zomaar een dierentuin, nee neen, volgens de meesten top 3 van de wereld en Australië's best bezochte attractie. En ik geloof zelfs dat het geregeld op de Belgische tv uitgezonden wordt!

Ondertussen ben ik hier ook naar het ziekenhuis geweest. Tijdens het surfen vorige week heb ik een enorme golf water in mijn oor gekregen, en laat dat nu net de zwakke plek zijn van elke Vanparys (niet Elke Vanparys :D). Gevolg: aan 1 kant hoor ik gevoelig minder. Het doet geen zeer ofzo, maar het is wel wat ambetant. Ik dacht dat het wel zou overgaan, maar blijkbaar niet. Better safe than sorry.

Het derde ziekenhuis dat ik hier opzocht, bleek het goede te zijn. Bij de eerste twee moest je betalen. Het derde is gratis, omdat ik hier een soort mutualiteitenkaart gekregen heb, gratis. De Australische belastingenbetalers sponsoren dus mijn consultatie.

Resultaat: een geperforeerd trommelvlies

Gevolg: niet zwemmen -het is hier net zo warm en ik mag niet met m'n kop ondergaan-, 4 weken een oordop dragen tijdens het douchen en oordruppels indoen. Ook mijn geplande skydive moet ik uitstellen. Ik zal later dus nog eens moeten terugkeren.
Hoe iets ongelooflijks stom, waar ik niks kon aandoen, toch zo'n grote impact kan hebben! Jammer, but that's life.

Mijn ticket voor de Australian Open tennis in januari, in Melbourne, heb ik ondertussen ook geboekt: De kwartfinales in de Rod Laver Arena. Een duur grapje, maar het was iets dat ik hier absoluut wou doen.

Mijn Engelse woordenschat is hier ook al sterk aangevuld. Voor ik vertrok was ik niet helemaal overtuigd dat ik mijn streng zou kunnen trekken in het Engels - vroeger op school kon ik veel beter Frans dan Engels -, maar deze twijfel is helemaal weg. Oude woorden worden heropgefrist en nieuwe worden opgeslagen.

Opnieuw een weetje om af te sluiten (altijd leuk om iets bij te leren): het wegennet hier in het centrum is een dambordpatroon, net zoals in de VS, en hierbij werden de horizontale straten genoemd naar koningen en de verticale naar koninginnen. Voila, dat weten we ook al weer.

Morgen trek ik verder noordwaarts richting Noosa.

Tshüss!

Een dure week

Hi guys,

Deze week volg ik een vijfdaags surfkamp. Als je in Australië bent, moet je dit toch op zijn minst geprobeerd hebben. Zoals wij in België gaan sjotten, trekken ze hier naar the beach 'to catch some waves'.

Anders dan ik me had voorgesteld was het geen kamp kamp. We waren met 5 de eerste dag, waarvan er 2 een surfles van een dag volgen. De andere twee waren een Fins koppel.

Al bij al ging het nog redelijk vlot. Het is een hele uitdaging om het te kunnen, dus de motivatie lag hoog. 's Namiddags ging ik met de 2 Finnen op ons eigen proberen. Dinsdag exact hetzelfde.

De drang om het te leren is groot. Je wilt het elk moment dat je kan proberen, maar dat is gewoonweg niet mogelijk, omdat het zo vermoeiend is: in het water wandelen met je bord in de hand tegen de golven in, daarna op je bord gaan liggen en peddelen om snelheid te maken tot de golf komt, om erna op je bord proberen te staan. Tot slot moet je weer uit het water wandelen, een stuk over het strand stappen (omdat je afdrijft door de golven). En dan nog moet je misschien wel 10 keren proberen, tegen dat het 1 keer lukt en je een aantal seconden kan blijven staan. Ik denk dat mijn beste prestatie op 10 seconden staat.

Tijdens de beweging van buiklig naar stans schuur je ook telkens over je board, dat ruw is om grip te hebben wanneer je rechtop staat. Ten gevolge daarvan liggen mijn beide handen en knieën open van de wrijving met het board.

Daarom nam ik donderdag een vrije dag en schoof mijn 2 resterende lessen een paar dagen op. Die dag ging ik naar Nimbin, de hoofdstad van de hippies. Je kon daar zomaar allerlei drugs kopen: rechtstreeks of in voedsel, zoals vb een hempburger of 'local herbs'. Maar no worries: ik heb niks gekocht of geprobeerd. Het is een gekende toeristische uitstap, maar ik vond het eerder een ontgocheling: veel en lang in de bus zitten, terwijl dat dorpje maar een scheet groot is, bestaande uit een winkelstraatje met allerlei shops.

Ondertussen heb ik deze week ook heel wat kosten gemaakt, alles samen meer dan 2000 AUD. Ik boekte mijn trips naar Fraser Island en The Whitsundays, alsook een skydive en bungeejump voucher. Het was een pakket, en ik denk toch dat ik een goede deal heb kunnen sluiten (meer dan 10% kunnen afpingelen op en bedrag van bijna 1000 euro).

Eerst wou ik mijn skydive doen in Coffs Harbour, maar iedereen sprak dat je het moet doen in Mission Beach, met landing op het strand. Dus ok, dan doe ik het daar maar.

Ik heb ook een nieuwe rugzak mogen kopen. Mijn dierbare Eastpak die mij in Leuven en heel wat andere landen en plaatsen vergezelde heeft het begeven: alle ritsen kapot.

Dinsdag was het Melbourne Cup, een van de meest legendarische paardenraces ter wereld, vergelijkbaar met Waregem Koerse, maar dan 10 keer, wat zeg ik, 100 keer grootser. Gans het land kijkt er al weken naar uit en het is zowat de tweede nationale feestdag, na Australian Day. Mensen nemen een dag vrij of sluiten hun zaak en trekken naar pubs, die het nagenoeg allemaal uitzenden. Het land ligt als het ware plat. Ikzelf heb er niks van gemerkt - kzat op het strand - maar blijkbaar was er een verrassende Duitse winnaar en een tragische afloop voor de topfavoriet (paard overleden).

Ondertussen lig ik op een kamer van 5, vergezeld door 3 Zweedse dames en een Duitse. Ik had het slechter kunnen treffen, nietwaar. Maar het zijn allemaal sympathieke meisjes en niets meer dan dat. ;)

Ik blijf nog minstens tot zondag in Byron Bay, en daarna: on verra!

Surfen in Byron Bay!

Hi,

Om op het open einde van mijn vorig verhaal terug te keren: ik heb een kamer voor mij alleen gekregen en in een dubbelbed mogen slapen. En dit tegen het tarief van een 8 share dorm, anders was het meer dan x3. Again, lucky me!

Voor de rest was hier niet veel te beleven en heb ik ook niet veel contact gehad met andere mensen. Ik schat dat meer dan 80% in het hostel Duitsers waren en had het gevoel dat iedereen elkaar al kende. Dan is het moeilijk om nieuwe contacten op te bouwen, temeer als je op een kamer alleen ligt.

Zaterdag ben ik dan maar wat gaan rondwandelen in Coffs Harour, maar er is hier nougabollen te doen. Ja, je kan op het strand gaan liggen, maar daar heb ik het ook al rap mee gehad. Bovendien was er hier in de voormiddag een lichte storm.

Zaterdagavond ben ik dan van kamer veranderd. Het meisje dat onder mij lag, vroeg van waar ik was. Weeral toeval: zij was ook Belgusch, en dan nog van Kortrijk ook. Ze zei het ook: Toch 1 iemand waar ik geen lingua franca, maar de moedertaal mee kan spreken.

Zondag verliep gelijkaardig als daags ervoor easy peasy en een wandelingetje gedaan. 's Namiddags ben ik naar een dolfijnenshow gaan kijken beetje vergelijkbaar met het dolphinarium in Brugge. Ja Elke, als je dit leest, weet ik dat je jaloers zal zijn :D.

Straks stap ik opnieuw op de bus met bestemming Byron Bay waar ik tegen 21u hoop aan te komen. Wie Byron Bay zegt, zegt tegelijkertijd surfen! Ik heb mij dan ook ingeschreven voor een 5-daags surfkamp, inclusief accomodatie en maaltijden. Na de 3u durende sessie kreeg ik de smaak te pakken - nooit gedacht trouwens, want ik ben geen waterrat - en ik wil het kunnen! Aan de oostkust kan je hier meestal gratis een surfboard lenen van het hostel, dus als ik het kan, kan ik nadien gaan surfen waar en wanneer ik wil. Zalig toch!

Mijn hostel voor komende nacht is geboekt, dus da's ook al in orde. Ik wil het geen tweede keer proberen.

Blub, blub, blub...