nicovanparys.reismee.nl

Time to say goodbye

G'day,

Na 7u wachten op mijn vlucht in Darwin kwam ik in de vroege uurtjes toe in Sydney voor mijn laatste dagen in Australië.

Veel deed ik niet meer: bankzaken in orde brengen, mijn laatste centen spenderen en ... mijn curriculum vitae opstellen en de zoektocht starten naar een job.

Jawel, het echte, serieuze leven komt eraan.

Exact 6 maanden geleden kwam ik in mijn eentje toe van dwergstaat België in het gigantische Australië. Een avontuur dat startte in Sydney en mij doorheen allerlei omgevingen, culturen en situaties leidde.

Ik heb lang getwijfeld of ik het zou doen, alleen is maar alleen, maar ik heb er zeker geen spijt van; integendeel ik zou het iedereen aanraden!

Ik heb het geluk gehad ontzettend veel mensen te ontmoeten, van landen overal ter wereld, en heb heel veel leuke en grappige momenten beleefd. Af en toe was er wel eens een klein dipje, wat logisch is, maar dat ebde al snel weg.

Ik heb heel veel dingen gezien, veel dingen die ik van te voren wou zien, maar ook zaken die ik nooit verwacht had.

Tijdens mijn verblijf merkte ik dat het geheugen erop achteruitging - logisch als je zelden meer hoeft na te denken -, maar ik heb ook heel veel dingen geleerd en opgestoken: nieuwe culturen ontdekt (vb: Aboriginals), mijn flinterdunne kookboek uitgebreid, leren wassen - niet moeilijk, de wasmachine doet het allemaal -, levenswijsheden opgestoken en zo veel meer. Maar vooral: als je iets wilt doen, ga er gewoon voor en denk er niet te veel over na!

Er zijn gigantisch veel momenten die mij zullen bijblijven zoals leren surfen, bungeejumpen, skydiven, Australian Open Tennis, Formule 1, de roadtrips langs de Great Ocean Road en de westkust, de tour richting Alice Springs, talloze BBQ's, etc.

Maar mijn beste tijd had ik toch in het sharehouse in Tasmanië, ironisch genoeg de periode dat ik aan het werk was. We zaten met mensen van verschillende culturen, maar hadden zoveel fantastische momenten. We zagen elkaar elke dag voor, tijdens en na het werk en deden zo veel meer dan 'werken'.

Na mijn Aussie-time ben ik ervan overtuigd dat ik veel zelfstandiger geworden ben, meer maturiteit gekweekt hebt en meer zelfvertrouwen gekregen heb.

Lang had ik mixed feelings in verband met blijven in Australië of terug te zijn in België, maar de laatste 2 weken ben ik toch meer en meer aan het uitkijken geweest om terug te keren en iedereen terug te zien. Ik had beloofd om 'maar' 6 maanden weg te zijn en daar houd ik mij aan. De kans zit er wel dik in dat ik vroeg of laat nog eens terugkeer naar dit fantastische land!

Waar de toekomst mij brengt weet ik niet, maar ik heb nog zoveel plannen, ideeën en dingen die ik wil doen/bereiken.

Voila, dit was dan ook mijn laatste verhaal! Ik ga jullie tijd niet langer verkwisten of jullie ophouden mijn verhalen te lezen over mijn ego-figuurtje.

Ik hoop dat jullie er evenveel van genoten hebben als ik en wil jullie dan ook bedanken om mij te volgen en voor jullie reacties!

Meer foto's volgen van zodra ik terug in België ben!

Tot (weer)ziens!

Roadtrip: Perth - Darwin

Buongiorno,

In international gezelschap (een Brit, een Italiaan en een Française) verlieten we Perth met als bestemming Darwin. Lawrence, de Brit, had een Toyoto 4x4, een echte machine van meer dan 2,5 ton.

Onze eerste nacht brachten we door op een fantastisch plekje: in de duinen, op 100m van het strand en in de verste verte niemand te horen of te zien. De plaats was dan ook enkel via een 4 wheel drive track bereikbaar. We kaartten en dronken pintjes, zalig!

De volgende morgen waren we niet langer alleen, want toen we wakker werden, stonden er koeien rond onze tent.

Wat later kregen we het gezelschap van nog 2 andere auto's waar we een paar dagen mee zouden doorbrengen, waardoor de teller op 10 personen kwam te staan.

We deden sandboarden, wat je kan vergelijken met snowboarden maar dan van zandduinen, en cruisten met the beast door de duinen, zalig!

Een andere dag trokken we naar Hutt-river, een 'ministaatje' dat zich had wisten af te scheiden van Australia, maar eigenlijk maar uit 1 farm bestaat.

Lang geleden zou er blijkbaar een regel geweest zijn in Australië waarbij je maar een beperkt aan hectare mocht hebben om - ik dacht - hooi mee te produceren. De farm had meer land en ging uiteraard niet akkoord en vroeg onafhankelijkheid aan.

Daardoor is er nu in het gigantische Australië een pittoresk lapje grond dat niet Australië is.

Ze hebben hun eigen leider (de vader), een eigen kerk, een eigen munteenheid en een eigen overheidskantoor, dat tevens dienst doet als postkantoor en waarschijnlijk nog zo veel meer. Maar als bewijs hebben we toch een stempel gekregen in ons paspoortboekje. Dat was eigenlijk de enige reden waarvoor we kwamen.

Vervolgens trokken we verder noordwaarts langs de westkust. We kampeerden op zalige plekjes waar niemand te bespeuren was, maakten een kampvuur waar we konden en hadden een vislijn gekocht om te vissen. Maar dat laatste was helaas zonder resultaat.

Gedurende de ganse trip sliepen we bijna altijd op free camping spots en soms ook op rustplaatsen langs de highway, want er was gewoonweg niks anders. Je kon soms uren rijden zonder ook maar een ander voertuig tegen te komen, maar de uitzichten waren schitterend. Soms kon je echt 10 km ver voor je uit zien. Eens had ik op de GPS staan: sla rechtsaf na 215 km! In België zou je dan al in een ander land zitten.

We reden langs de Ningaloo Reef, vergelijkbaar met de Great Barrier Reef langs de oostkust. De rif was soms maar 100 m weg van de kust en we stopten ondermeer in Shark Bay, Coral Bay en Monkey Mia. Op die laatste plaats kun je talloze dolfijnen spotten vanop het strand, omdat ze maar 20 m ver in de oceaan zwommen. Ons Elke zou zich hier amuseren!

Het water langs de rif is ontzettend helder en we zagen ook een mantaray. Verderop zagen we blowholes, eigenlijk een soort van geisers waar het water geleidelijk aan opgeslorpt wordt en de druk opgebouwd wordt, om vervolgens meters hoog uit te spuiten.

In Exmouth kwamen we toe op een camping waar 10 dagen voordien de cycloon Olwen lelijk huisgehouden had. De ravage was nog duidelijk te zien met ondermeer uitgerukte elektriciteitspalen. Ondertussen was er in Darwin ook de cycloon Natan die landinwaarts onze richting zou uitkomen. Ook dat moesten we in het oog houden, maar deze zouden we uiteindelijk nooit tegenkomen.

Op dezelfde camping hadden er 4 Aussies een meer dan 2 m lange bullshark gevangen en omdat het voor hen veel te veel was om allemaal alleen op te eten, kregen ook wij een grote portie haai om te eten. Een free meal dat we bereiden op de barbie (English slang voor BBQ).

Hoe verder we noordwaarts cruisden, hoe warmer en vochtiger het werd en hoe meer we ons in de outback waanden. Af en toe sliep ik gewoon onder de blote sterrenhemel en het zicht boven mij was schitterend. Alles was heel basic, soms hadden we voor dagen geen douche en veel mensen kwamen we ook niet tegen. Heel wat anders dus dan de overtoeristische oostkust, geef mij maar de westkust.

We gingen ook eens een namiddag surfen, eerste keer opnieuw sinds 4 maanden. We waren opnieuw op een strand met bijna niemand anders. Maar de mensen die er waren zeiden ons wel dat er haaien aanwezig konden zijn. Ze vertelden er ook bij dat er meer verkeersongevallen zijn dan shark attacks, maar dat overtuigde ons niet. Met een bang hartje trokken we het water in, maar uiteindelijk zouden we enkel een gigantische ±80 jaar oude schildpad zien.

Door de vele kilometers moesten we af en toe ook eens in het donker rijden, iets wat Australiërs absoluut proberen te vermijden vanwege the wildlife. En 1 keer hebben we dat bijna aan den lijve mogen ondervinden. Ik was aan het stuur, 100 km/u aan het cruisen, toen er plotseling in het pikkedonker - uiteraard geen straatverlichting - een koe in het midden van de weg stond. Ik zag de koe misschien van op 100 m, maar denk nu niet dat die koe uit de weg zal gaan. Uiteindelijk kon ik net voldoende remmen en rond haar heen gaan.

Na anderhalve week trokken we naar Karijini NP. Een schitterend stukje natuur met schitterende roodbruine rotsen (zoals in Alice Springs)en prachtige gorges waar je in kon wandelen met pools waar je in kon zwemmen. "Ah, belissimo", zei onze spaghetti dan ook vaak.

Op de camping speelden we een avond ook eens Monopoly. Man, wat was dat lang geleden!

Daarna trokken we verder naar Port Hedland, een mijndorp, waar niks te doen was. Maar wij moesten er toch onze tenten opslaan. Via de app Wikicamps vonden we een free camping spot, echt in the middle of nowhere. Op de koop toe was er ook nog gratis wifi, on-ge-loof-lijk!

Port Hedland was juist een stop op weg naar The Kimberleys. Een prachtig stuk natuur, groter dan de Benelux. Van november tot en met april is het ontoegankelijk vanwege the wet season, maar wij hadden geluk dat het open was, want dit jaar zou het niet zo veel geregend hebben.

Doorheen The Kimberleys loopt de legendarische Gibb River Road, oftewel The Gibb of GRR zoals de Aussies het noemen, die Derby met Kununurra - 700 km verder - verbindt. Het is de enige weg daar en deze bestaat dan nog enkel uit gravel en soms simpelweg stenen. De route is enkel met een heel goede 4x4 toegankelijk, dus andere auto's zagen we daar niet.

Sommige stukken van de Gibb waren nog gesloten vanwege overstromingen, dus moesten we goed plannen.

We verbleven er een week en hadden ook voor zo lang voedsel mee, want veel is er daar niet. We droegen ook jerrycans met diesel mee. Als je daar een breakdown hebt aan je voertuig heb je pas echt een probleem. Er is niks van signaal en je moet wachten tegen dat er toevallig een ander voertuig passeert om je op te pikken, wat soms dagen kan duren. Je zag dan ook heel wat gecrashte voertuigen die daar gewoonweg achtergelaten worden, omdat het simpelweg veel te veel kost om hen daar weg te halen.

Gelukkig waren wij niet in dat geval, maar twee maal dacht ik toch dat we het zitten hadden. Uiteindelijk was het ergste dat ons overkwam een losgekomen bodemplaat - die de ophanging afschermt - die sleepte en overplooide. Klein bier dus.

Onze eerste avond daar zullen ee niet snel vergeten: het kwam heel snel donker en opeens begon het gigantisch te regenen. We waren op zoek naar een camp spot, maar vonden niks. Hoe verder we reden, hoe dichter we bij het onweer kwamen, tot we er te midden inzaten. Elke 5 seconde zagen we gigantische bliksemflitsen en zo'n onweer had ik nog nooit geweten. We besloten verder te rijden, maar onze wagen begon langs alle kanten te slippen, hoewel we maar 30 km/u reden. In de verte zagen we het begin van een bosbrand, ontstaan door de bliksem en rotsen die uit een gebliksemd werden.

Uiteindelijk vonden we toch een veilig plekje.

Langs de GRR zijn heel wat sidetracks die je naar gorges en watervallen leidden.

We wandelden dan ook veel en zwommen waar we konden in pools langs de tracks. Op het einde bevond zich dan meestal een waterval, wat we konden beschouwen als onze douche, want meer hadden we niet.

We moesten wel opletten voor krokodillen, want de kans dat ze aanwezig waren bestond. Uitkijken dus waar je gaat zwemmen! We legden ons ook in ondiepe stromingen en hadden zo een gratis hydromassage.

Een toilet was er ook niet te bespeuren - dus het was allemaal in de bushes -, laat staan een wasmachine. Maar mijn kleren moesten gewassen worden. Dus deed ik maar een handwas op de rotsen, aan de rivier, op Aboriginalgrond, niemand te zien of te horen om je heen. Echt een moment om te koesteren. Nooit eerder genoot ik zo om de was te doen!

Om 6u werden we wakker in onze tent van het zonlicht en het was heel warm, net een broedplaats voor kippen.

We sliepen op kidsmatrassen die veel te kort waren, maar wat wil je voor $2.

Eén keer had ik spek met eieren klaargemaakt als ontbijt, maar toen ik mij omdraaide was een kraai met een deel van het spek gaan vliegen, bastard!

Geregeld moesten we ook door creeks van ±80 cm diep rijden die de Gibb kruisten, want andere opties waren eer niet.

1 avond was er ook een maansverduistering, enkele dagen na deze in België, maar wanneer we ons omdraaiden zagen we in de verte bliksem en aan nog een andere kant een vallende sterren. 3 natuurfenomenen op dezelfde avond. Vallende sterren zou ik trouwens bijna elke avond zien.

Na de Kimberleys stopten we nog aan een gigantisch meer, waar 28000 krokodillen in zouden zwemmen. Het was veilig om te zwemmen, want het waren freshwaterkrokodillen. En deze eten alleen maar vis en zijn zelfs bang van mensen. De salties zijn heel andere koek en die eten alles. Dus namen we maar een verfrissende plons en uiteindelijk zagen we geen enkele krokodil.

Vlak voor Darwin passeerden we het dorp Katherine en dit zou de geboorteplaats zijn van Cadel Evans, de eerste Australische Tourwinnaar in 2012(?). Het was een Aboriginaltown en als ik mij niet vergis was Cadel ook afkomstig van een Aboriginalfamilie.

Na meer dan 3 wekenen meer dan 7000 km verder kwamen we net op tijd in Darwin aan. Veel heb ik niet gezien van Darwin, want ik moest mijn vlucht naar Sydney halen.

Maar ik heb een goede trip gehad, schitterende dingen gezien en veel mooie en leuke momenten beleefd.

En na meer dan 3 weken zal ik eindelijk nog eens in een deftig bed slapen.

Ciao!

Future festival & Formula 1

Hi folks,

Na Cairns verbleef ik opnieuw een week in Melbourne, maar in tegenstelling tot de vorige keer verbleef ik opnieuw in hostels. Maar dat bleek geen evidentie. Vanwege het Future festival op zondag en de Formule 1 van donderdag tot en met de zondag

er op was zowat alles opnieuw volboekt. Het was als een puzzel maken en zo verbleef ik voor 8 nachten in 5 hostels.

Het Future festival was écht de moeite - ik moest hier op zijn minst toch 1 festival gedaan hebben -, te vergelijken met een kleinere versie van Tomorrowland, en zo was ook de Formule 1. Ik was nog nooit naar een race gaan zien, maar dit leek mij het perfecte moment. Ik had een ticket voor de zondag. Het is een ganse dag met niet enkel de F1-race. Er zijn ook heel wat andere races, er zijn heel wat demonstraties langs het parcours en er was ook het wagenpark van Ferrari met ±30 verschillende sportwagens.

De race zelf was een beetje een herhaling van vorig seizoen. Mercedes domineerde en Hamilton won de race voor Rosberg.

Daarna ging ik klappertandend naar huis, ik had het koud. Vreemd als je weet dat iedereen nog in een T-shirt rondliep. Ik had een lichte zonneslag opgelopen door gans de namiddag in de zon te staan. Het was nochtans geen felle zon.

Na de race moest ik onmiddellijk terug naar het hostel om mijn bagage op te pikken, de shuttlebus te nemen en mijn vlucht naar Perth voor het laatste deel van mijn trip: de westkust.

Om middernacht lokale tijd kwam ik aan in Perth, maar er was geen shuttlebus meer naar de stad. Ik sliep dus opnieuw op de luchthaven, althans ik deed een poging.

Om 6u 's morgens had ik het gehad en ik besloot te wandelen naar mijn couch, ik had toch alle tijd en begon aan mijn wandeling van 10km met mijn bagage.

Ik had via couchsurfing een slaapplaats weten te regelen bij Sunny, een Indiër die al 10 jaar in Perth woont.

Normaal kon ik 3 à 4 dagen daar verblijven, tot ik op road trip vertrok. Maar plan's changed. Sunny had ondertussen een interview in Sydney versierd en moest die avond nog zijn vlucht halen. Geen probleem zei hij, ik kon in het huis van zijn zus verblijven. Maar het was een complexe situatie. In dat huis wonen 2 studenten - die ik nooit zou zien - terwijl zijn zus in zijn huis verblijft. Voor mij was alles goed, zo lang ik maar een bed had.

Maar vlak voor het slapen gaan kreeg ik nog telefoon van Sunny dat zijn zus absoluut niet wou dat ik daar logeerde. Vermoedelijk had hij het haar nooit gevraagd. Ik kon er die nacht nog overnachten, maar de volgende morgen moest ik daar zeker weg zijn. 1 probleempje: ik vertrok daags nadien om 8u30 op dagtrip en kon moeilijk al mijn bagage meenemen. Ik moest dus vooraf nog een hostel zien te vinden, dus stond ik om 5u op.

Uiteindelijk vond ik een hostel en trok ik voor een dag naar Rottnest Island, een mooi eiland qua natuur en ik ontmoette er een nieuwe diersoort: quokka's. Ze lijken een beetje op kleine wallibies en ze zijn enkel hier te vinden.

Daags nadien trok ik naar Fremantle, een populair dorp nabij Perth en gekend vanwege zijn gevangenis die een rijk verleden heeft en ondertussen werelderfgoed is.

De volgende dag vertrok ik op road trip: Perth-Darwin, meer dan 3000 km langs de westkust, in 3,5 weken met een Brit, een Italiaan en een Française.

Het wordt mijn laatste grote trip alvorens ik terugkeer naar dat ministaatje ergens in Europa.

Vamos!

Cairns: deel 2

In Cairns kwamen we dus met zijn zessen aan vanuit Alice Springs. De eerste dag was een lazy day en spendeerden we aan de lagune. 's Avonds waren we iets actiever en gingen we uit. We moesten toch iets gedaan hebben e die dag. Het was leuk, maar niks bijzonder.

De dag erna trokken we naar de Tjakupai Aboriginal stam in het regenwoud. Hun naam betekent vrij vertaald eveneens regenwoud. Er waren allerlei interactieve workshops, waar we onder andere zongen en dansten, en leerden met een boomerang en een speer te gooien. Ze gaven ook uitleg over hun manier van leven, hun visie, de didgeridoo en hoe ze alles op één of andere manier nuttig kunnen gebruiken: voor materialen, voor medicijnen, om te jagen. Voor alles hadden ze wel een oplossing.

Ik was al langer gefascineerd door hun cultuur en levensstijl en deze voormiddag heeft dat alleen maar bevestigd. Op het einde kocht ik dan ook een boomerang, voor velen toch wel het symbool van de Aboriginals. Boomerangs gebruikten zij om vogels uit de lucht neer te halen.

's Namiddags gingen we dan met een telefrique over het regenwoud, zagen we watervallen en deden we een wandeling in het regenwoud. We zagen een spin van ik schat 16 cm, een echte giant.

De dag erna was opnieuw een big day! Ik ging namelijk skydiven, de reden waarom ik terug moest komen naar Cairns.

De skydive zelf was in Mission Beach, dé spot waar je het volgens de backpackers moet doen, met landing op het strand. Het is ook een unieke plaats, waar je tegelijk het regenwoud en de Great Barrier Reef ziet, hoewel dat laatste voor mij niet het geval was, vanwege hoogtij.

Met zeven springers, elk met een begeleider stapten we in het vliegtuigje. In tegenstelling tot mijn bungeesprong had ik nu totaal geen angst. Vreemd, want je springt van zoveel hoger (14000 ft / 4,2 km). Waarschijnlijk komt het doordat je nu niet alleen bent, maar in een ganse groep. Ook hoef je niet zelf te springen. Je gaat op de rand van het vliegtuig zitten en je gaat wanneer je begeleider - die achteraan tegen je hangt, we springen dus met 2 onder 1 parachute - zich laat vallen. Ik was de vijfde in de rij en het verliep bijna allemaal op automatische piloot. De eerste ging, de tweede, etc. Geen tijd om na te denken, wat goed is. Eenmaal uit het vlieguig ben je 60 seconden in vrije val, alvorens je parachute op 1000 meter opengaat. Daarna kan je sturen waar je maar wil en genieten van het adembenemende zicht om vervolgens te landen op het strand.

Het was gewoonweg awesome, amazing, great! Jammer dat het zo snel voorbij is. Ik zou het direct opnieuw doen. Spijtig dat het zo duur is.

De volgende dagen sprak ik af met enkele oude bekenden. Erin, een Nederlands meisje die ook in het hostel in Cairns was en ook met een jongen van Hong Kong die ik kende van het sharehouse in Tasmanië. Het was een leuk weerzien. We waren wat aan de luie kant, spendeerden veel tijd aan de lagune en namen geregeld een duikje, want het was nog altijd warm, 36 graden, maar vooral heel vochtig.

Eén keer ben ik met Erin op stap geweest. We startten de avond met bierpong, wat van haar kant niet echt een succes was. Vervolgens deden we enkele bars, een club en toen we om 6u naar huis trokken, was het weeral klaar buiten. We hebben ons dus goed geamuseerd.

Momenteel zit ik op het vliegtuig richting Melbourne. Ik ben daar inderdaad ook al geweest, maar op mijn planning staat de Formule 1 grand prix! Het is iets wat ik altijd al eens wou zien en nu lijkt het me het ideale moment. Het is ook niet zo duur als in België en het is de eerste race van het nieuwe seizoen, volgende week zondag. Met dat ik toch in Melbourne ben, ga ik nu zondag naar het Future festival. Een groot dancefestival vergelijkbaar met Tomorrowland. Enkele ronkende namen zijn ervan de partij zoals Avicii, Afrojack, The Prodigy, Martin Garrix...

Tussendoor ga ik misschien nog een jobke doen, want ik heb het daar bijna allemaal al gezien en de liquide middelen slinken ook als sneeuw voor de zon.

Alweer een weetje om af te sluiten. Tegenwoordig worden didgeridoo's machinaal geproduceerd, maar vroeger gebeurde dit allemaal manueel. De buitenkant is niet zo heel moeilijk om te bewerken, maar ik vroeg me af hoe ze de binnenkant hol maakten, want dit is toch over een lengte van meer dan een meter. Het antwoord ligt, uiteraard, in de natuur. Ze lieten er termieten op los die de hele binnenzijde verorberen. Simpel, maar je moet eer maar opkomen!

The outback!

Djirri nyurra,

wat zoveel betekent als "wij verwelkomen u". Het is de taal van de Tjakupai Aboriginal stam in Cairns. Meer hierover komt verder aan bod.

Adelaide was een beetje een tegenvaller. Er was wel het 1 maand durende Fringe festival, maar daar wordt meer over gesproken, dan het effectief waard was. Ik begon dus maar mijn trip naar voor te bereiden naar het centrum van Australië: the outback, red centre of Alice Springs; zoals je het wilt noemen, 1500 km boven Adelaide.

Ik wou zo snel mogelijk Adelaide verlaten en opnieuw een roadtrip doen met andere backpackers, op vergelijkbare manier als de Great Ocean Road. Maar dat bleek niet zo evident. Er zijn niet zo veel mensen die met hun eigen auto daarnaartoe rijden - een 4x4 is aangeraden om de auto niet te zwaar te belasten op de gravelwegem -, de vertrekdatum moet goed vallen en ook de duur van de trip waren cruciaal voor mij, omdat ik nogal tijdsgebonden ben.

Met dat dit lukte, besloot ik maar een toer te boeken, 6d/5n, en dat bleek een meevaller. Een goede groep met allemaal jonge gasten.

De eerste stop leidde ons naar Flinders Range, een populair national park op onze weg. Tussendoor stopten we langs enkele gigantische zoutvlaktes. 's Nachts sliepen we onder de sterrenhemel in swags, iets typisch Australisch: het is een combinatie van een slaapzak met een lichte matras in.

De tweede dag reden we verder naar Cooper Pedy, een mini dorpje in the middle of nowhere, maar heel populair vanwege zijn mijnen: opalen, uranium, goud. Een rijkgevulde grond met andere woorden. Pas 50 jaar geleden ontdekt en dit zou nog maar het topje van de ijsberg zijn. Volgens locals zijn ze daar nog vele generaties zoet mee. Je kan er zelf een lap grond huren en op zoek gaan naar je eigen opalen.

Nagenoeg alle mensen die daar wonen, leven onder de grond. Een living, keuken, slaap- en badkamer, elektriciteit, een luchtkoker: alles was aanwezig om het er als een normaal huis te laten uitzien, prachtig. Er is dan ook wel een reden waarom ze onder de grond leven. Het is er immens warm. De temperatuur gaat er dagelijks boven de 35 graden met pieken tot meer dan 40 graden. Op de warmste dag gedurende onze trip was het 42 graden. 7 liter water per dag drinken is dan ook niet abnormaal. Die avond in Cooper Pedy sliepen ook wij onder de grond, in doodeenvoudige bedden.

Om in 6 dagen 1500 km af te leggen, moeten er heel wat uren in de bus doorgebracht worden. We verdreven de tijd met een film-, muziek- en algemene quiz en andere spelletjes.

Daarnaast krioelde het ook van de vliegen. GIGANTISCH veel vliegen. Altijd zaten er wel een paar rond je ogen of oren te zoemen, om nog maar te zwijgen van de tientallen die zich op je rug en benen neerplantten. Maar dat woog niet op tegen deze zalige trip.

Dag 3 leidde ons naar Kings Canyon waar we een mooie wandeling maakten tussen de vele rotswanden en steenformaties die gevormd werden door een aantal elementen van moeder natuur: water en wind.

's Avonds sliepen we opnieuw in swags, rond het kampvuur en uiteraard met marmarsmellows.

Dag 4 bracht ons naar Ayers Rock, beter gekend onder zijn Aboriginalnaam 'Uluru', hét hoogtepunt van deze trip met de giant rots die in niemandsland boven de grond uitpuilt, omgeven door het rode gravel. Als je Australië intypt in google, ben ik bijna zeker dat er bij de eerste 10 foto's één van Uluru tussen zit.

Deze locatie was heel belangrijk voor een aantal Aboriginalstammen en is ontstaan door botsing van tectonische platen. Door de eeuwen heen hebben wind en regen deze formatie omgevormd tot wat het nu is.

De zonsop- en ondergang waren dan ook ronduit schitterend.

Daarna trokken we verder naar 'The Olga's', in Aboriginal termen 'Kata Tjuta', wat zo veel betekent als 'vele stenen'. Het is vergelijkbaar met Uluru, maar in plaats van één rotsformatie zijn er nu vele. Ondanks dat het ook hoger is dan Uluru, blijft Uluru toch veel pressionanter, vanwege zijn zeldzaamheid, eenvoud en prachtige zicht.

De laatste dag bracht ons naar Alice Springs, het centrum van Australië. Veel is hier niet te beleven, maar de meerderheid van de inwoners is Aboriginal.

Onze laatste avond samen met de groep, en dat moest dus gevierd worden. We trokken naar een bar en vervolgens naar het casino. Er werd gedronken en gedanst en het werd een avondje om niet snel te vergeten.

Rond 3u keerden we terug naar ons hostel, maar alvorens ons nest op te zoeken, besloten we nog een duikje te nemen in het zwembad, met zijn zevenen. Sommigen met hun kleren, anderen gewoon in hun boxershort. Het was plezant! Rond 5u begon het toch wat koud te worden en besloten we om ons bed op te zoeken. 3 van hen verbleven echter in een ander hostel en moesten dus, in hun natte kleren, nog een flink eind wandelen of een taxi nemen. Ik weet nog altijd niet hoe ze thuis geraakt zijn.

Op ons beurt trokken wij ook naar boven, maar hiervoor moesten we eerst door de receptie passeren. Daar zaten al een tiental andere gasten te wachten op hun shuttlebus naar de luchthaven. Wij kletsnat - we hadden natuurlijk geen handdoek mee - en in onze boxer passeerden hen en dat was best hilarisch.

De volgende dag had ik mijn vlucht naar Cairns, waar ik eerder voordien al geweest was. Maar ik had er nog steeds mijn skydive voucher, dus ik moest wel terug.

En ik was niet alleen. 5 anderen van de groep vlogen ook naar daar, waardoor we samen nog wat tijd kunnen doorbrengen.

Ondertussen heb ik ook weer heel wat bijgeleerd. Wist je dat

- het water in de lavabo hier wegdraait in de andere richting: in tegenwijzerzin, daar waar het in België met de klok meedraait

- dat een kangoeroe ongeveer 25 jaar kan worden

- dat de vrouwen van Nieuw-Zeeland de eerste stemgerechtigde vrouwen ter wereld waren

- dat Indonesië het meeste vulkanen telt

- dat ik hier nog altijd een zalige tijd heb!

Bye bye Belgium!

Great Ocean Road

Een week Melbourne was meer dan genoeg voor mij. Er was wel veel straattheater en ik ging nog naar de pengiunparade zien - waarbij deze vogels na zonsondergang uit het water komen en in hun nest kruipen -, maar daarna had ik het wel gehad. Ik ben geen stadsmens en zal het wellicht nooit worden. Geef mij maar de countryside.

Ik was al een paar dagen aan het uitkijken naar travel mates om de Great Ocean Road - de drukste weg langs de kust vanwege alle toeristen die deze weg tussen Melbourne willen afleggen - te doen en zo kosten te delen, maar er is 1 groot probleem: er zijn meer mensen zoals mij, die op zoek zijn naar een auto, in vergelijking met gasten die effectief een auto hebben.

Tussendoor bracht ik heel wat tijd door in de fitness, zwembad, sauna en jacuzzi.

Na 3 dagen zonder succes, besloot ik het heft zelf in handen te nemen en een auto te huren, waarna andere mensen maar moeten replyen. En dat werd mijn geluk: ik contacteerde een verhuurder, maar die had geen wagens meer. Maar hij wist er ook bij te vertellen dat er daags voordien een andere backpacker de laatste wagen gehuurd had en dat die nog op zoek was naar travel buddies. Bingo!

Zo trok ik de volgende dag op road trip met Ross, een Brit, en een Zweeds koppel. In de auto was alle kampeermateriaal voorzien.

Onderweg stopten we aan watervallen, stranden, uitzichtpunten, regenwoud, maakten we wandelingen en zo veel meer. We spotten koala's, kangoeroes, wallibies en nog meer wildlife. We moesten zelfs eens stoppen om een familie emu's te laten oversteken.

Dag 3 van de GOR was het hoogtepunt, met de wereldbekende 12 apostelen - hoewel het er maar 7 zijn -, de hoge rotsen die voor het strand hoog boven het water uitsteken. Dé attractie op deze route en dus immens veel volk om de schitterende zonsondergang mee te maken. Verder zagen we scheepswrakken en heel wat vuurtorens.

Voor camping gingen we altijd op zoek naar gratis campings en in 8 dagen betaalden we maar 1x voor camping.

Op het einde van de GOR, na 4 dagen, namen we afscheid van Jacob en Matilda. Dus trok ik met Ross alleen verder, richting Grampians NP, een heel bekend national park vanwege Aboriginalverleden. We kregen er een initiatie didgeridoo en deden er heel wat schitterende wandelingen en namen geregeld een duikje wanneer we een waterloop zagen.

We gebruikten de huurauto voor 11 dagen, maar betaalden uiteindelijk maar voor 7,5 dagen. In de Grampians hadden we een platte batterij. We konden dit verhelpen door hem opnieuw op te laden met een remote batterij. De volgende dag hadden we hetzelfde probleem maar nu konden we dit niet zelf oplossen. Een servicemecanicien kwam om de batterij op te laden, maar voor het zekerste trokken we toch naar de garage voor een grondige controle. Daar bleek dat de batterij constant 9 ampère levert, zelfs wanneer we dachten dat alle verbruikers afgeschakeld waren. Bleek dat er continu een relais ongewenst schakelde voor de zetelpositie van de chauffeur. Overdag was dit nog niet zo'n probleem, omdat de batterij kon laden, maar 's nachts liep ze natuurlijk helemaal leeg. Na een halve dag verloren te hebben, kregen we 2 dagen bonus van de verhuurmaatschappij plus een extra dag die hij vergeten aan te rekenen was.

Met deze bonusdagen trokken we verder richting een nieuwe staat: Southern Australia. Vlakbij de grens met de staat Victoria, van waar we kwamen, sloegen we onze tenten op in Adelaide een dorp met een heel toepasselijke naam; Bordertown. We sliepen werkelijk langs de highway, op zo'n 20m van de weg. Er passeerden heel wat vrachtwagens, vanwege farming in de regio en dat had gevolgen voorol onze slaapkwaliteit. Maar het uitzicht de volgende morgen maakte veel goed: zicht op een weide met schapen en de zon die aan het opkomen is. Meer moet dat niet zijn.

Omdat we een paar bonusdagen voor de auto hadden, besloten we eerst af te slaan richting Kangaroo Island, alvorens ons naar Adelaide te begeven. De ferry naar het eiland was heel duur en veel backpackers kwamen we niet tegen. Ik had de eer om de auto op de ferry te parkeren en dat is geen evidentie. Als puzzelstukken probeert men alle auto's op de boot te laten passen, met als gevolg dat je aan weerszijden amper 5 centimeter marge hebt. Gelukkig werd ik goed gecoacht door de verantwoordelijken.

De dag erna proefden we honing en gin, reden we heel wat rond en stopten we af en toe eens voor een uitzicht. Kortom, een redelijk passieve dag. 's Avonds kampeerden we op de enige gratis campingspot op het eiland: in een hoekje achter een hotel. Ik voelde mij op dat moment pas écht op een uithoek van de wereld.

's Anderendaags deden we een wandeling in een nieuwe poging om een vogelbekdier (platypus) te spotten. Iets wat mij in Tasmanië niet gelukt was.

We kwamen een aantal pools tegcen en aan de luchtbellen die aan het oppevlak te voorschijn kwamen, wisten we dat ze er waren. Maar opnieuw zagen we er geen. Het blijven heel schuwe beesten.

Daarna zagen we een heel kolonie otters en in de vooravond besloot ik een frisse duik te nemen in de zee. Het was immers bijna 40 graden. Het water was helder en van een local kreeg ik snorkelmateriaal aangeboden. Ik zag niet heel veel en na een tijdje besloot ik uit het water te gaan. Op de pier stonden ondertussen een handvol mensen aandachtig naar iets te staren. Bleek het een ±1,4m lange haai te zijn. Volgens hen kwam hij mijn richting uit en ik had helemaal niks door. 2 vissers gooiden hun lijn uit en slaagden er in om hem letterlijk aan de haak te slaan. Niet dat het levensgevaarlijk was, maar ik zou toch ferm verschoten hebben als ik hem onder water tegenkomen.

De vissers sleurden hem met veel moeite naar het strand en door een stevige rotsblok een aantal keren op zijn hoofd te slaan, werd hij vakkundig afgemaakt. Vervolgens sneden ze hem open en vonden een embrweetHet eetbare gedeelte van de vis namen ze mee en vermoedelijk kunnen ze hier wel een paar weken weg mee.

Op dezelfde plaats zagen we later ook een dolfijn en er zouden ook een aantal stingrays (soort rog) gespot zijn.

Kortom, Kangaroo Island was een duur tripje voor wat het waard was. Er waren geen dingen die je elders niet kan zien of doen. Het was de moeite, maar niet tegen die prjs.

Zondagmorgen verlieten we het eiland opnieuw met de ferry. Deze keer stonden er 5 konvooien vol geladen met koeien op, ik schat zo'n 300-400 koeien alles bij elkaar. Onze bestemming was Adelaide, maar we hadden 1 groot probleem : we hadden geen flauw idee waar we konden slapen komende nacht. In Adelaide was het Fringe festival aan de gang en die dag stond ook een wedstrijd van de wereldbeker cricket op het programma in Adelaide: Pakistan - India, een topmatch. Gevolg: werkelijk alles was volzet en we hebben alle opties geprobeerd: hostels, B&B's, couchsurfing, via via contacten, een motel, een hotel. Niks. Maar wij moesten echt in Adelaide zijn om de auto terug te geven. Best een raar gevoel om naar een stad te trekken wetende dat het quasi onmogelijk is om ergens de nacht te kunnen doorbrengen.

Meer dan 2000 km later sinds onze start in Melbourne arriveerden we in Adelaide en probeerden we nog een aantal dingen, maar niks. Tot er als het ware een wit konijn uit onze hoed getoverd werd. We kregen een berichtje van de autoverhuurder dat we eventueel toch de auto een dag langer konden huren. Dat deden we meteen want de auto bevat tenten en dus konden we naar een camping trekken. En zo hebben we toch een slaapplaats kunnen versieren, tegen een relatief dure prijs voor een overnachting in een tent, maar beter dat dan niks.

Nog een weetje: is het jullie nog niet opgevallen dat er heel wat atypische Engelse woorden gebruikt worden, voor bijvoorbeeld dieren, zoals kangoeroe, wallabie, wombat en dergelijke?

Eigenlijk is kangoeroe een Aboriginal woord en betekent het: "Ik weet het niet". Echt waar!

Hoe komt dat nu? Een blanke vroeg ooit aan een Aboriginal: "Wat is dat daar?" (duidende op een kangoeroe), waar op de Aboriginal antwoordde: "Kangoeroe", bedoelende: 'ik weet het niet' in Aboriginaltaal.

Sport sport sport

Hallokes,

Ondertussen heb ik mij gesettled in Melbourne en ik ben met mijn gat in de boter gevallen. Zoals vorige keer gezegd, probeer ik voor het eerst couchsurfing uit, waarbij je gratis kan verblijven in zijn woning. Ik verblijf momenteel bik een 20-jarige gast uit Sri Lanka die hier studeert. Hij heeft een luxeappartement, knal in het centrum, op de 33ste verdieping, inclusief BBQ, fitnesszaal, yogaruimte, zwembad, jacuzzi, tennisveld en altijd internet, Top!

Eigenlijk kan hij maar 3 personen herbergen, op de couch, maar we verblijven er met zes. Ik slaap op de grond, redelijk zacht want er ligt een tapijt en daar ben ik wel content mee. Het is er wel een (redelijke) puinhoop aangezien ieder zijn gerief overal plaats, maar so what.

's Avonds ging ik naar de Australian Open gaan kijken in de Rod Laver Arena, de kwartfinale tussen Djokovic en Raonic. Het was zeker de moeite om dat eens mee te maken, maar eenmaal Chocovic de eerste set gewonnen had was de match eigenlijk al gespeeld. Daarna was er nog een gemengde match met ondermeer Martina Hingis. Ik wist niet dat ze nog speelde, maar door het publiek is ze nog altijd heel graag gezien hier. Cadel Evans was ook aanwezig, maar ik heb hem niet gezien.

's Anderendaags verkende ik de stad van 5 miljoen inwoners en 's avonds hadden we een BBQ met alle gasten van het appartment plus nog een aantal vrienden van hem; op het balkon van de 5de verdieping, nice!

Vrijdag trokken we met de trein naar het strand, een uurtje buiten Melbourne. Het weer viel ferm tegen en we waren bijna de enigen op het strand. Toch slaagde ik er in om mijn gezicht te laten verbranden.

's Avonds gingen we Thais gaan eten en daarna trok ik naar Federation Square om er het einde te zien van de halve finale tussen Djokovic en Wawrinka. De sfeer was leuk op het plein en de bijna 1000 mensen leefden mee met de match.

Zaterdagavond was er dan de finale van de Asian Cup tussen Australië en Zuid-Korea, in Sydney. We volgden de match op het appartement en de Aziaten supporterden voor Korea. Ik was natuurlijk voor Australië, omdat hun keeper, Matt Ryan, tevens ook de keeper is van Club Brugge.

Australië haalde het na verlengingen en een volksfeest barstte los.

Zondag trok ik dan naar Geelong, een uurtje sporen van Melbourne, waar een paar jaar geleden Thör Hushovd wereldkampioen wielrennen werd. Het was er namelijk de afscheidsrace van Cadel Evans, de Cadel Evans Great Oceaan Road Race, die er zijn laatste wedstrijd reed.

Alle aandacht ging natuurlijk naar Evans, maar ik trok naar de tent van Quick-Step. Ik schudde de hand van Gianni Meersman, en sloeg een babbeltje met hem. Ik zei hem dat ik van Oostrozebeke was (hij is van Ardooie) en ik vroeg of Yves (Lampaert) hier ook was, waarop Gianni riep: "Yves, der is ier jin van Rwozebeke voor uj", waarna Yves (van Ingelmunster) kwam en ik ook met hem op de foto ging. Blijkbaar heb ik met Yves ook een paar gemeenschappelijke vrienden. Ze zeiden dat er hier ook nog een andere Belg van hun ploeg was, Pieter Serry, en ik ging ook met hem op de foto. Daarna babbelden we met zijn vieren nog wat. Ik was hier meer dan waarschijnlijk toch de enige andere Belg. Ze vroegen mij wat ik hier deed en ze waren geïnteresseerd in mijn verhaal. Zij zeiden me dat ze het hier stilaan wel gehad hebben in Australië. Daarna ging ik nog op de foto met Ritchie Porte, 2de in de Tour van 2013 en Robbie McEwen. Ik herkende hem bijna niet meer 10 jaar en evenveel kilo's later.

Mijn dag was dan al geslaagd, en het was nog maar 11u in de voormiddag.

Daarna volgde ik de race op het grote scherm en bij de 3 plaatselijke ronden zag ik hen telkens passeren. Van een peloton was al lang geen sprake meer, want de wind en de bijhorende waaiers hadden het peloton helemaal in frieten gereden.

Op het scherm keek ik naar de aankomst, en ja wie won: Meersman, de gast met wie ik 's ochtends nog de hand geschud heb en een babbeltje geslaan heb. Ik was waarschijnlijk dan ook de meest enthousiaste supporter van allemaal, want er was hier ook heel veel volk. Nog niet zo veel als in Vlaanderen, maar toch indrukwekkend veel. Wielrennen leeft in Australië en daar heeft Cadel Evans voor gezorgd. Na de aankomst wenste ik Gianni nog een dikke proficiat.

Deze avond ga ik opnieuw naar Federation Square om de finale van de Australian Open, tussen Djokovic en Murray, te beleven.

Amazing time in Tassie

Hi,

Mijn tijd op Van Diemen's eiland zit er op en er is weer heel wat gebeurd. Te veel om allemaal te vermelden, maar ik probeer jullie de belangrijkste zaken mee te geven.

Het werk, cherry picking, was dubbel. Enerzijds een goede job, met heel veel leuke mensen. Maar anderzijds was er ook de regen. En laat dat net hetgene zijn dat kersen niet nodig hebben. Regen zorgt voor barsten en nadien rotting van de kersen. Het zou de eerste keer in meer dan 100 jaar zijn dat het zoveel regent hier tijdens de zomer, net nu ik hier ben.

Door de regen konden we 5 dagen niet werken en nadien waren er veel rotte kersen, die je niet kon plukken en bijgevolg eerst moest checken alvorens in je lug te deponeren. Dat resulteert in tijdsverlies en dus minder opbrengst.

We werkten telkens van 7 tot 16u. Je kon een break nemen wanneer je wou, maar dat deden Chris en ik niet, zelfs niet om een slok te drinken, alleen maar tijdsverlies.

Na het werk was er altijd wel iets te doen. Vervelen deden we ons nooit en de tijd vloog altijd razendsnel, ongelooflijk!

We gingen naar het strand, testten de opblaasbare kano die Chris gekregen had, gingen vissen, probeerden een vogelbekdier te spotten, verdienden een centje bij met gardening, maakten cake, pizza of pannekoeken en gingen wallibies schieten. En tussendoor moesten we af en toe nog eens in de bib zien te geraken om het thuisfront op de hoogte te houden.

Een vogelbekdier (platypus) spotten zou hier eenvoudig zijn, maar toch slaagde er ik niet in om 1 te zien. We gingen 2x 1u kijken, maar zonder resultaat.

1 avond gingen we wallibies jagen, in het gezelschap van een echte jager. We wachtten tot het donker was en dan sprongen we de pick up in en doken we de velden in.

Wallibies zijn eigenlijk heel domme beesten. Ze komen naar het licht toe en 1 maal in het licht blijven ze staan, omdat ze verblind zijn. Een makkelijk doelwit dus. Iedereen schoot minstens 1 wallibie, maar ik slaagde er niet in het beest te vinden door de lens, jammer ik had er graag ook minstens 1raak getroffen.

Je moet weten dat wallibies de ergste nachtmerrie zijn voor farmers. Ze eten alleen maar gras en verorberen zo het voedsel vam de koeien. 6 wallibies eten de hoeveelheid van 1 koe.

We gingen 3u jagen en schoten 30 stuks. 1 keer geraakt renden we het veld in, grepen hem bij zijn staart en zwierden hem de pick-up in. Indien hij dan alsnog bewoog, stampten we op zijn hoofd (ik kon dit niet), want de jager zei echt letterlijk: "I don't spend a bullet on that bastard". Gaia moest het weten!

Na het jagen zat het er nog niet op. We sorteerden de dieren op geslacht, want enkel de vrouwtjes zijn goed om op te eten. We troffen ook een babywallibie en een zwangere moeder.

Eenmaal dit gedaan, konden we beginnen met de dissectie: beide poten werden elk onder een voet gezet, de buik werd open gesneden, het vel werd losgemaakt, kop en romp werden afgesneden en maag en darmen werden uitgehaald. Ook ik deed het, en het beest voelde warm vanbinnen. Pas nu besef ik hoe het vlees dat je op je bord krijgt daar terecht komt. Tegen 2u lagen we in ons nest en om 5u mochten we er weeral uit om te gaan plukken. De volgende dag aten we het vlees op de barbeque. Het heeft een lange tijd nodig om gaar te worden, anders is met redelijk taai.

Toen het werk stil lag vanwege de regen, trokken we met zijn zevenen de ferry op voor 2 dagen Bruni Island. Ook daar was het weer verre van ideaal, maar we maakten er het beste van. Ik reed met Chris zijn auto, die niet mee was. We zagen er witte (aboriginals denk ik) wallibies. Normaal kun je er ook penguins spotten, maar zagen ze niet. Dus bootsten we ze zelf maar na, door als idioten over het strand te trappelen.

's Avonds sliepen we in tenten en het weer was verschrikkelijk: regen, storm en bijgevolg ijskoud, but we survived.

Dat had ook helemaal anders kunnen zijn. Tijdens het koken monteerde ik de gasfles aan de kookset, maar ik kreeg er geen vlam uit. Op den duur rook het er volledig naar gas, maar geen vuur. Tot... Opeens stond alles in vuur en vlam. De vlammen kwamen bijna een meter hoog en de kookset en de draad van de gasfles stonden in brand. Ik slaagde er in de gasfles toe te draaien, maar de vlammen bleven. Ik goot er 5 liter water over, zonder succes. Normaal zou je dan zo snel en ver als je kan moeten weglopen, explosiegevaar weet je wel, maar die reflex kwam niet in me op. Samen met de anderen rukten we gras en aarde uit de grond en gooiden het op het vuur. Eindelijk, het vuur was gedoofd. Van een bijna doodservaring gesproken, again! Achteraf zou blijken dat ik de buis niet goed aan de kookset bevestigd heb, waardoor er gas weglekte in de lucht. Eind goed, al goed!

Dat we druk bezig zijn en bijgevolg moe zijn, getuigt volgende anekdote: op een avond wou ik met Chris naar een film kijken. Chris was nog aan het eten en ik zei hem dat ik even op mijn bed zou gaan liggen tot hij klaar was. Maar... ik viel met al mijn kleren aan in slaap. Toen ik om 23u wakker werd, brandde het licht nog en lag Chris ook met zijn kleren aan op zijn bed te slapen. Geen film dus die avond. We zijn dus toch veel meer moe dan we denken.

Een andere avond keken we dan toch naar een film: Into the wild. Een film die elke backpacker moét gezien hebben over een pasafgestudeerde gast die, zonder zijn ouders te verwittigen, plots op zijn eentje de wereld intrekt om zijn droom te bereiken: Alaska. De film is waargebeurd en ik herken er heel veel van mezelf in, weliswaar niet zo extreem. Een echte aanrader! Met een stuk zelfgemaakte pizza een goeie film zien, zalig!

9 januari verhuisden we van onze van in het hostel naar een sharehouse, waar we met 2 een huisje deelden met eigen keuken en badkamer en bijgevolg nog eens heel goedkoop was ook. Maar dat verliep niet zonder slag of stoot.

In het hostel kregen we onze waarborg van 200$, wat extreem veel is voor een waarborg in een hostel, niet terug om een reden die helemaal niet correct was. Daarom stapten we naar de politie maar die konden (lees: wou) niks doen. Dus gingen we het maar hogerop zoeken: we contacteerden de overheid en ABC, de nationale televisiezender, vergelijkbaar met de VRT in België. Met een aangetekende brief slaagden we er na veel discussie uiteindelijk toch in om onze waarborg terug te krijgen. En wij waren lang niet de enigen! Tijdens het liften hadden we al van verschillende mensen gehoord dat ze een slechte reputatie heeft en dat ze je alleen maar geld afript. We kunnen dit nu alleen maar bevestigen!

Nadien trokken we dus zoals gezegd naar ons sharehouse en dat was echt ideaal. Heel basic, maar alles wat we nodig hadden. Niet dat we daar veel waren, want we sliepen en aten er alleen maar.

Ondertussen is ook mijn haar eens geknipt. Dat mocht wel eens na 3 maanden. Ik liet het doen door een andere backpacker, maar die had dat van zijn leven nog gedaan. Ik zei haar dat ze mocht doen wat ze wou. Eerst wou ze het kleuren, maar daartegen stelde ik mijn veto. Uiteindelijk maakte ze er een coupe spécial van en ik moet haar zeggen: het mag gezien worden. Het resultaat is te bewonderen op de foto's.

Moesten er mensen zijn die zich afvragen of ik wel voldoende gezond eet, dan kan ik heel snel jullie twijfels wegnemen: Ik eet heel veel fruit, vooral aardbeien en kersen :D. Tijdens het plukken is het namelijk heel verleidelijk om er een paar binnen te spelen.

De laatste 3 dagen van mijn verblijf op Tasmanië gebruikte ik om de oostkust te verkennen. Op Gumtree zag ik dat 2 Franse meisjes dit ook wilden doen dus trokken we er samen op uit. Ik kon gratis een auto lenen van de eigenaar van het sharehouse, maar er was iets niet koosjes aan. Wat, dat kan ik jullie hier niet vertellen.

De eerste dag trokken we naar Port Arthur, werelderfgoed omwille van de vele veroordeelden die daar hun tijd doorbrachten. Veroordeelden van Groot-Brittanië werden hierheen gebracht, die 4 tot 10 maanden onderweg waren op een boot, omwille van de moeilijkheidsgraad te ontsnappen: rond om rond geven door water en met de rest van Tasmanië verbonden via een smalle nek.

s' Avonds kampeerden we en ik gebruikte opnieuw de kookset met het gas. Chris had mij vooraf getoond hoe het moest, en alles verliep vlekkeloos deze keer.

De volgende dag wilden de Franse meisjes terugkeerden, dus dropte ik hen en liften zij teruf. Niet dat we ruzie hadden ofzo. Integendeel, we kwamen goed overeen, maar voor hen kwam het toch wat duurder uit dan gedacht.

Dus trok ik de tweede dag maar alleen verder, geen probleem voor mij, richting Wineglass Bay. Een prachtige locatie met een al even schitterend nationaal park. Je kan er makkelijk 3, 4 dagen doorbrengen, maar die tijd had ik niet. Ik maakte een stevige wandeling en 's avonds voor ik naar de camping trol, nam ik nog snel een plons in zee, zalig!

De camping was gelegen langs de kustlijn, eveneens op een prachtige spot.

De dag nadien trok ik terug richting 'home' en stopte ik links en rechts nog een paar keren. De oostkust is really amazing, met voorsprong mooier dan deze van het mainland. Bijna 800 km later, echt vlak voor ik terug was, gebeurde er nog iets vreemds: terwijl ik aan het rijden was, viel plotseling, zonder enige aanleiding, de achteruitkijkspiegel naar beneden. Lang geleden had ons mama met de Ford Fiësta exact hetzelfde meegemaakt, maar deze keer was er geen tweede Sam om hem op te houden.

Tijdens mijn afwezigheid werkten de andere gasten verder in de tuin van de eigenaars van de sharehouses. Tijdens het opruimen stootte 1 van de gasten plots op een 1 meter lange tijgerslang, de op 2 na meest dodelijke slang ter wereld, terwijl hij met zijn handen aan het kruien was in de grond. Het had even goed mij kunnen overkomen!

Maar, zoals altijd: no worries! Met een bijl werd de kop er letterlijk afgekapt. De guys verwijderden daarna het vel, maag inclusief 2 muizen en ingewanden en aten het 's avonds op op de barbeque.

Na al deze belevenissen was het gisterenavond tijd om afscheid te nemen. Aan deze schitterende tijd, mijn beste tot dusver in Australië - niet dat de rest slecht was, maar dit was gewoon af - moest jammer genoeg een einde komen. We maakten samen een compilatievideo en spendeerden de laatste avond samwn met foto's nemen en leuke herrinneringen boven te halen.

Mijn tijd hier is over en de volgende bestemming heet Melbourne. Ik vlieg 's morgens en 's avonds ga ik naar de Australian Open Tennis zien, kwartfinales. Ik heb geen idee welke matchen laat staan dat ik weet wie nog in het tornooi zit.

Voor accommodatie ga ik couch surfing uitproberen. Ik heb het nog nooit gedaan, but we'll see. Ik kan terecht bij een fast van Sri Lanka die hier studeert.

Tussendoor heb ik nog iets meegemaakt met mijn gsm en portefeuille. Niet zo prettig, but that's life. Toen we van de cherry farm terugfietsten naar ons sharehouse was mijn gsm uit mijn broekzak gevallen. Ik had het pas door toen we in ons huisje waren en ik trok onmiddellijk terug om hem te gaan zoeken. Toen ik bijna aan de farm was zag ik hem liggen langs de kant van de straat. Yes, dacht ik, tot ik hem uit mijn hoesje haalde: het scherm helemaal verbrijzeld en de kleuren zijn ook niet wat ze moeten zijn. Gefrustreerd fietste ik terug en at ik de rest van onze pizza. Opeens dacht ik: waar is mijn portefeuille? Ik begon overal te zoeken, maar kon hem nergens vinden. Met zijn vijven zijn we teruggereden naar de farm, niks te zien langs de straat. We hebben alle lijnen afgezocht waar we die dag geplukt hebben, maar niks gevonden.

2 dagen later kwam de supervisor 's morgens toe met de melding dat hij een portefeuille gevonden had op de parking van de farm. Den dezen immens blij en zo toch eind goed, al goed!

Voila, mijn verhaal in Tassie zit er op. We ruilen het platteland in voor het stadsleven van Melbourne, hopelijk met evenveel plezier!

See you!