Cairns: deel 2
In Cairns kwamen we dus met zijn zessen aan vanuit Alice Springs. De eerste dag was een lazy day en spendeerden we aan de lagune. 's Avonds waren we iets actiever en gingen we uit. We moesten toch iets gedaan hebben e die dag. Het was leuk, maar niks bijzonder.
De dag erna trokken we naar de Tjakupai Aboriginal stam in het regenwoud. Hun naam betekent vrij vertaald eveneens regenwoud. Er waren allerlei interactieve workshops, waar we onder andere zongen en dansten, en leerden met een boomerang en een speer te gooien. Ze gaven ook uitleg over hun manier van leven, hun visie, de didgeridoo en hoe ze alles op één of andere manier nuttig kunnen gebruiken: voor materialen, voor medicijnen, om te jagen. Voor alles hadden ze wel een oplossing.
Ik was al langer gefascineerd door hun cultuur en levensstijl en deze voormiddag heeft dat alleen maar bevestigd. Op het einde kocht ik dan ook een boomerang, voor velen toch wel het symbool van de Aboriginals. Boomerangs gebruikten zij om vogels uit de lucht neer te halen.
's Namiddags gingen we dan met een telefrique over het regenwoud, zagen we watervallen en deden we een wandeling in het regenwoud. We zagen een spin van ik schat 16 cm, een echte giant.
De dag erna was opnieuw een big day! Ik ging namelijk skydiven, de reden waarom ik terug moest komen naar Cairns.
De skydive zelf was in Mission Beach, dé spot waar je het volgens de backpackers moet doen, met landing op het strand. Het is ook een unieke plaats, waar je tegelijk het regenwoud en de Great Barrier Reef ziet, hoewel dat laatste voor mij niet het geval was, vanwege hoogtij.
Met zeven springers, elk met een begeleider stapten we in het vliegtuigje. In tegenstelling tot mijn bungeesprong had ik nu totaal geen angst. Vreemd, want je springt van zoveel hoger (14000 ft / 4,2 km). Waarschijnlijk komt het doordat je nu niet alleen bent, maar in een ganse groep. Ook hoef je niet zelf te springen. Je gaat op de rand van het vliegtuig zitten en je gaat wanneer je begeleider - die achteraan tegen je hangt, we springen dus met 2 onder 1 parachute - zich laat vallen. Ik was de vijfde in de rij en het verliep bijna allemaal op automatische piloot. De eerste ging, de tweede, etc. Geen tijd om na te denken, wat goed is. Eenmaal uit het vlieguig ben je 60 seconden in vrije val, alvorens je parachute op 1000 meter opengaat. Daarna kan je sturen waar je maar wil en genieten van het adembenemende zicht om vervolgens te landen op het strand.
Het was gewoonweg awesome, amazing, great! Jammer dat het zo snel voorbij is. Ik zou het direct opnieuw doen. Spijtig dat het zo duur is.
De volgende dagen sprak ik af met enkele oude bekenden. Erin, een Nederlands meisje die ook in het hostel in Cairns was en ook met een jongen van Hong Kong die ik kende van het sharehouse in Tasmanië. Het was een leuk weerzien. We waren wat aan de luie kant, spendeerden veel tijd aan de lagune en namen geregeld een duikje, want het was nog altijd warm, 36 graden, maar vooral heel vochtig.
Eén keer ben ik met Erin op stap geweest. We startten de avond met bierpong, wat van haar kant niet echt een succes was. Vervolgens deden we enkele bars, een club en toen we om 6u naar huis trokken, was het weeral klaar buiten. We hebben ons dus goed geamuseerd.
Momenteel zit ik op het vliegtuig richting Melbourne. Ik ben daar inderdaad ook al geweest, maar op mijn planning staat de Formule 1 grand prix! Het is iets wat ik altijd al eens wou zien en nu lijkt het me het ideale moment. Het is ook niet zo duur als in België en het is de eerste race van het nieuwe seizoen, volgende week zondag. Met dat ik toch in Melbourne ben, ga ik nu zondag naar het Future festival. Een groot dancefestival vergelijkbaar met Tomorrowland. Enkele ronkende namen zijn ervan de partij zoals Avicii, Afrojack, The Prodigy, Martin Garrix...
Tussendoor ga ik misschien nog een jobke doen, want ik heb het daar bijna allemaal al gezien en de liquide middelen slinken ook als sneeuw voor de zon.
Alweer een weetje om af te sluiten. Tegenwoordig worden didgeridoo's machinaal geproduceerd, maar vroeger gebeurde dit allemaal manueel. De buitenkant is niet zo heel moeilijk om te bewerken, maar ik vroeg me af hoe ze de binnenkant hol maakten, want dit is toch over een lengte van meer dan een meter. Het antwoord ligt, uiteraard, in de natuur. Ze lieten er termieten op los die de hele binnenzijde verorberen. Simpel, maar je moet eer maar opkomen!
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}